
Op mijn nachtkastje ligt een stapeltje ‘voor-het-slapen-gaan-lectuur’. Behalve een Voetbal International en een Donald Duck van mijn zoontje, liggen ook de laatste nummers van Onze Taal en Tekstblad in deze wachtrij. De taalbladen verliezen het vaak van hun triviale concurrenten. Maar aan het einde van het jaar zijn de rollen omgedraaid. Als tekstschrijver ben ik benieuwd naar de woorden van het jaar. En de kans is groot dat Onze Taal en Tekstblad daaraan aandacht besteden.
Plofklas
Eind december regeerden enkele strakke deadlines mijn agenda. Daarom ontbrak de tijd om beide taalbladen door te bladeren. Gelukkig viel mijn blik op 30 december op het tv-programma ‘De avond van taal’. Tijdens deze show maakte actrice Romana Vrede bekend dat de lezers van Onze Taal gekozen hadden voor het woord plofklas.
Appongeluk
Rond de kerst zag ik op YouTube een filmpje van Ton den Boon, de hoofredacteur van de Dikke van Dale. Hij vertelde dat 70.000 mensen uit Nederland en België hadden gestemd op appongeluk. De winnaar troefde fipronilei, metoo-verhaal en regenboogtaal af. Onze zuiderburen hadden gekozen voor koesterkoffer, een koffer met persoonlijke attributen die steun kan bieden bij het overlijden van een kind.
Houdbaarheidsdatum
Zijn plofklas, appongeluk en koesterkoffer verdiende winnaars? De actualiteit van politieke kwesties, schokkende gebeurtenissen of verontrustende schandalen heeft grote invloed op de verkiezingen van Onze Taal en de Dikke van Dale. Is de houdbaarheidsdatum van nieuwe woorden lang genoeg om een vaste stek in het Groot Woordenboek der Nederlandse taal te bemachtigen? Treitervlogger (winnaar Dikke van Dale 2016) is nog redelijk actueel, maar sjoemelsoftware (2015) en dagobertducktaks (2014) lees en hoor ik nog maar zelden. De winnaars van Onze Taal doen het wat dat betreft iets beter. Brexit (2016) en rampvlucht (2014) zijn nog steeds actueel.
Knikengel
Hoe belangrijk is die actualiteit eigenlijk? Vlak voor kerst las ik op mijn mobiele telefoon dat dieven het gemunt hadden op knikengels. In gedachten zie ik mezelf weer als klein jongetje in de nachtmis zitten. Geduldig wachtend op het hoogtepunt van de avond. Met mijn zweterige rechterhand houd ik een kwartje stevig vast. Als het jongerenkoor klaar is met ‘Stille nacht’, mag ik de levende kerststal van dichtbij bekijken. De schaapjes en de vogeltjes kunnen me gestolen worden. Ook kindje Jezus zie ik nauwelijks in zijn kribbe liggen. Ik wil maar één ding: mijn kwartje in het gleufje van de knikengel stoppen. De beloning voor mijn geduld is prachtig: een knikkend engeltje helemaal voor mij alleen. Kerstmis kan nu echt beginnen.
Klassieke woorden
Nieuwe woorden als aflosboete, brexitbuit, genderneutraal, toetsenbordterrorist en weigeroma staan aan het einde van een taaljaar vetgedrukt op papier. In dezelfde periode komt een klassiek woord als knikengel via mijn smartphone mijn gedachten binnen. Soms wint nieuw het van oud. Nu niet. Nu trekt oud aan het langste eind. Knikengel: wat een prachtig beklijvend woord. Daarom doe ik aan het einde van dit blog een oproep: welke klassieker met zeggingskracht moet in ere hersteld worden? Ik ben heel nieuwsgierig naar jouw favoriete klassieke woorden. Ik zal er voor het slapen gaan voorrang aan geven. Het verslag van Ajax – Feyenoord en Dagoberts geldzucht kunnen best even wachten.
Bron afbeelding: weblog Rooms in alles
Hm, daar ga ik even over nadenken. Ik kende het fenomeen knikengel als protestant niet, maar je schetst een prachtig levendig beeld met het zweterige kwartje.