In Nederland wonen allerlei mensen uit allerlei culturen. Daarom is er veel multicultureel schoons te zien. Dat heeft niet alleen effect in de vorm van fijne winkeltjes en goedkope kappers. Het heeft ook effect op het taalgebruik. Veel nieuwe Nederlanders zijn onze taal nog niet helemaal machtig.
Om een idee van de taalkloof tussen ambtenaren en de gemiddelde Nederlander te geven: een gemiddelde beleidsambtenaar kan een ingewikkeld betoog en literaire teksten begrijpen en zaken uitleggen aan anderen. En kan ook ingewikkelde nota’s schrijven. De gemiddelde Nederlander kan eenvoudige zinnen begrijpen en korte teksten zoals advertenties en dienstregelingen. De schrijfvaardigheid zit op het niveau van een korte, persoonlijke brief. Vergelijkbaar met een 16-jarige vmbo-leerling.
Uiteraard is de bovenstaande schets nogal zwart-wit. Maar het gemiddeld lagere taalniveau vereist dat ambtenaren simpel en begrijpelijk schrijven. Daar zijn ze ook slim genoeg voor. Dat betekent dat een woord als ‘initiatief’ beter niet kan worden gebruikt in een burgerbrief. Want ‘plan’ betekent immers hetzelfde en dat woord heeft als voordeel dat iedereen het begrijpt. Zo is ook ‘essentieel’ te vertalen met ‘noodzakelijk’, ‘partieel’ is liever ‘gedeeltelijk’ en ‘mutaties’ mogen ‘wijzigingen’ heten.
Tip
Wie slim schrijft, schrijft simpel. Een echt slimme tekst is zo eenvoudig dat iedereen het begrijpt.