God is met een hoofdletter, de rest niet. De hoofdregel voor hoofdletters is dat personen en zaken die als ‘heilig’ worden beschouwd, een hoofdletter krijgen. Zoals ‘Allah’, ‘God’, ‘Koninkrijk Gods’ en de ‘Profeet’. Overheidsdienaren moeten het zonder hoofdletter doen. Het eventuele geloof van de ambtenaar in de heiligheid van de politieke en ambtelijke leiding ten spijt: het is ‘burgemeester’ en ‘college’. Overigens slaat men in liefdesbrieven ook wel eens taaltechnisch door, maar het is toch echt ‘geliefde’. Met een kleine letter, dus.
Beleid mag nog zo goed zijn, het blijft ‘beleid’. Dus niet: ‘In het Beheerbeleid zijn de welstandscriteria en toetsingskaders opgenomen.’ Nog een voorbeeld: ‘Milieu en Ruimtelijke Ordening raken steeds meer verweven’. Interessant, maar dat maakt deze onderwerpen niet heilig. Het moet dus ‘beheerbeleid’ en ‘ruimtelijke ordening’ zijn.
Bij afkortingen worden wel hoofdletters gebruikt, dan wordt het ‘college van B en W’. Namen van instellingen krijgen ook hoofdletters, het is dus de ‘dienst Stadsbeheer’. Als iets een soortnaam is, worden er in principe geen hoofdletters gebruikt. Bijvoorbeeld bij de woorden ‘dienst’, ‘politiebureau’ of ‘stadhuis’. Daar zijn er immers meer van.
Tip
Personen en zaken die als ‘heilig’ worden beschouwd, worden met een hoofdletter geschreven. De rest moet zonder door het leven. Namen van instellingen krijgen wel een hoofdletter, soortnamen niet.
Als verkopers zijn aangesloten bij een keten die de Groene heet mag je ze dan omschrijven als de Groene Verkopers? Dus 2x hoofdletter?