homepage ambtelijk woordenboek
panel | [m.] (onderzoeks)groep |
paraaf | [o.] handtekening |
paraferen | [o.] handtekening zetten |
participeren | [m.] 1. meedoen; 2. deelnemen |
partieel | [m.] gedeeltelijk |
peildatum | [m.] 1. vanaf (datum); 2. sinds (datum) |
per abuis | [o.] per ongeluk |
per omgaande | [o.] 1. meteen; 2. direct |
piketpaaltjes slaan | [p.] 1. grenzen (leggen); 2. paaltjes slaan |
pilot | [p.] proef(project) |
portefeuille | [m.] 1. portemonnee; 2. taken; 3. beleidsterrein |
prealabel | [m.] voorafgaand |
precedent | [o.] voorbeeld |
precedent(werking) | [o.] een (mogelijk verkeerd) voorbeeld |
preliminair | [m.] voorafgaand |
prevaleren | [m.] 1. kiezen; 2. voor laten gaan |
preventief | [m.] om (..) te voorkomen |
preventieve maatregelen | [m.] acties om (..) te voorkomen |
primair | [m.] 1. belangrijkste; 2. eerste |
principe | [m.] 1. keuze; 2. uitgangspunt |
prioriteit | [m.] voorrang |
prioriteitsstelling | [m.] volgorde van belangrijkheid |
proactief | [p.] 1. actief; 2. voorkomen; 3. tegen cholesterol |
procedure | [m.] werkwijze |
procedureel | [m.] afgesproken manier van werken |
profileren | [m.] 1. kenbaar maken; 2. onderscheiden |
prognose | [m.] voorspelling |
prominent | [m.] belangrijk |