De lezer direct aanspreken is meestal een goed idee in teksten. Vooral als de tekst bedoeld is om mensen tot een actie aan te zetten. Maar hoe doe je dat? Met je of met u?
De lezer direct aanspreken is meestal een goed idee in teksten. Vooral als de tekst bedoeld is om mensen tot een actie aan te zetten. Maar hoe doe je dat? Met je of met u?
Hi Christine, je hebt een huurverzoek ontvangen. Is je auto beschikbaar?
Een sms’je van SnappCar valt altijd met de deur in huis. Autodelen is hip, dus gebruiken ze je en jij.
Hej Christine bekijk onze nieuwe keukens.
Ho ho, ik ben een mevrouw van ruim vijftig, wil ik zo worden aangesproken? Ik ben toch geen Viking?
Geachte mevrouw Van Eerd, hierbij bevestig ik uw afspraak met …
Nou, nou, we mailen nu al een paar keer heen en weer, waarom blijf je zo mevrouwen? Zo oud ben ik nou ook weer niet.
Het is ook nooit goed of het deugt niet. Als ik met u word aangesproken, schept het afstand. Komt een bedrijf binnen met een te populaire aanspreekvorm, dan gaat dat me weer te ver.
Je of u, wat werkt het beste?
Waren we maar Engels, dan hadden we dat dilemma niet. Wim T. Schippers sprak in zijn programma Ronflonflon met Jacques Plafond zijn gasten consequent aan met joe. Maar dat heeft niet echt doorgezet.
Als tekstschrijver moeten we dus altijd kiezen. Telkens is het weer wikken en wegen.
- Wat past bij het bedrijf?
Je bij een meer informele cultuur, maar probeer het bedrijf niet informeler te laten lijken dan het is. - Waar komt de tekst te staan?
U in een brief aan volwassenen, je bij interne communicatie (collega’s onder elkaar). - Is de lezer jong of oud?
Dat weet je natuurlijk niet altijd. En wat is oud? Je wilt niet dat mensen zich onnodig oud voelen.
Hét recept voor u of je heb ik niet.
Ikea kiest duidelijk voor je en jij – ook in personeelsadvertenties – en maakt speels gebruik van het Zweedse ‘hej’. Zo bouwen ze hun merk. Mij spreekt het niet echt aan. Zouden ze daar met een vergrijzende doelgroep nog eens op terugkomen? Of ga ik er vanzelf aan wennen?
De woordvoerder van een burgemeester bleef me in een e-mail-wisseling hardnekkig met u en mevrouw aanspreken. U zeggen bleek daar de norm, merkte ik later bij het interview. Dus haar keuze was de juiste: ze deed wat bij haar organisatie past.
Of toch niet? De aanspreekvorm sluit niet aan bij de doelgroep. Voor mij voelde het alsof ze bewust afstand wou scheppen.
Blijf consequent
Wat de keuze ook wordt: voer hem consequent door. Dat is een schone taak voor tekstschrijvers en redacteuren. Zeker als een organisatie de overstap maakt van u naar je, want oude formuleringen blijken nog her en der verstopt te zitten.
Consequent gebruik geldt overigens alleen binnen dezelfde tekstsoort van een organisatie; niet per se voor alle teksten van die club.
Neem bijvoorbeeld een woningcorporatie. Het is heel goed te verdedigen dat die via de website de lezers met je aanspreekt en in brieven kiest voor u. Tenzij het een brief is aan huurders van studentenwoningen.
Maar wat wil ík nou eigenlijk?
Ik blijk niet consequent.
Soms wil ik worden aangesproken met je en soms voelt u beter. Soms wil ik betrokkenheid, soms juist iets meer afstand. Popi-verkooppraatjes op de je-toon, daar blijk ik niet van gediend. Maar bij te veel u voel ik me ook niet senang.
De oplossing heb ik dus niet in petto.