Bij hedendaagse clichés haal je je schouders op. Ja, het zijn rare tijden. Ja, we gaan de strijd tegen dat virus winnen. Maar bij sommige clichés word ik gewoon boos.
Bij veel clichés haal je je schouders op. Ja, het zijn rare tijden. Ja, we gaan de strijd tegen dat virus winnen. Maar bij sommige clichés word ik gewoon boos.
Ik zat buiten voor ons huis in de zon, op misschien wel het mooiste plekje van Groningen. Naast me een tafeltje met een broodje kaas, een heerlijk kopje koffie en een bakje bloeiende witte druifjes, allemaal voor mij. Een voorbijganger deelde me mee dat het leven een feestje is, maar dat je wel zelf de slingers moest ophangen. Ik deed er beduusd het zwijgen toe. Het leven is nu eenmaal voor veel mensen helemaal niet zo’n feestje. Maar vooral: het zijn juist zo vaak de ánderen die voor mij de slingers ophangen.
Dan moet je meedoen
Tekstnet bijvoorbeeld: voor mij heeft Tekstnet m’n leven als tekstschrijver er echt een heel stuk feestelijker op gemaakt. Die slingers hing ík niet op. Die slingers dankte ik aan mijn beroepsvereniging. Toen ik als tekstschrijver begon, stonden er in de Volkskrant zeer regelmatig reclames van Tekstnet. Ze riepen de lezers op tot het inhuren van een professionele tekstschrijver. Daarom werd ik lid. En als je lid wordt, moet je ook meedoen.
Dat viel me niet mee, de eerste twee jaar
Ik weet nog goed dat ik voor het eerst deelnam aan Tekstnetwerken, een hele dag workshops en lezingen over het vak, en vooral: een hele dag pauzes en lunches en coffee breaks. Daar stond ik. Met vóór me een kluwen mensen die elkaar al jaren en jaren kenden en het samen zonder mij erg gezellig hadden. De allereerste keer sprak ik niemand. Ongetwijfeld zal ik wat hebben opgestoken maar een praatje maken, lukte me niet. Ik dorst niet.
Ik ging op twitter
Wat in real life moeilijk was, lukte online beter. De onvolprezen mailingslist van Tekstnet was erg waardevol. Ik leerde er veel, en ik leerde er mensen “kennen”. Namen werden min of meer bekend. Soms kreeg je er ook een gezicht bij. Ik ging op Twitter. Dat hielp ook. We spraken zelfs een keer af: ik woonde toen nog in Leermens, een klein plaatsje op het Groningse Hogeland. En verhip: een groepje twitterende Tekstnetters reisde af vanuit Eindhoven en de Randstad naar Loppersum om daarvandaan in de gure Groningse lentekou naar Leermens te wandelen. Hun idee, niet het mijne.
Ik verheugde me
Bijeenkomsten werden makkelijker en leuker. Sterker, ik verheugde me op de volgende edities van Tekstnetwerken en andere bijeenkomsten. Ik herinner me een workshop over de naamwoordstijl nog goed. Hoe vaak komt het voor dat je daar met elkaar een middag over kunt praten? En hoe heerlijk is het om te merken dat je niet de enige bent die moet zeuren om betaald te worden of eindeloos moet drammen om toestemming te krijgen een aantal lijdende vormen te schrappen.
Ik proost mee
Nu is Tekstnet 30 jaar. Ik verheugde me op het feestje. Dat gaat niet door. Maar de bond stuurde me wel een papieren uitnodiging voor een online-borrel. Zonder slingers, dat geef ik toe, maar mét bierviltjes. Virtueel bij elkaar zijn, terug naar hoe het voor mij begon. Ik zal me scheren en zet me vrijdagmiddag om 5 uur bij mijn computer. Ik proost mee. Op mijn bierviltje een glaasje Groningse Hooghoudt. Het feest kan beginnen.
Foto door Marina Lima op Unsplash