We stonden aan de vooravond van de tweede coronagolf, begin september 2020, dus elkaar ontmoeten kon nog net. Mits aangepast natuurlijk, dus een plastic scherm deelde de grote, donkerbruine tafel in tweeën. Ik voelde me een gedetineerde die vijf minuutjes zijn bezoek mocht spreken. Aan de andere kant van het scherm twee pokerfaces.
Ik had uitgekeken naar dit gesprek. Werken voor deze opdrachtgever zou mijn tekstschrijverscarrière een superboost geven. De bekroning van 2020 dat ondanks het inmiddels overbekende c-woord voor mij een zakelijk topjaar was.
Ontnuchtering
De ontnuchtering kwam al snel. Ik vertelde over mijn persoonlijke leven. En werd al afgekapt voordat ik de eerste zin afmaakte. ‘Ja OK, maar hoe goed ben je in het schrijven van nieuwsbrieven?’
Gelijk hebben ze, zullen sommige lezers wellicht denken. Want dat is toch wat je voor die mensen moet gaan doen: dingen schrijven. Wat hebben zij te maken met jouw gezin, hobby’s en favoriete voetbalclub? Kom toch ter zake.
Lakmoesproef
Ik sta er anders in. Vertellen over mijn privéleven is voor mij een lakmoesproef in een kennismakingsgesprek. Merk ik interesse? Dan is er een persoonlijke klik. En voor mij is dat een absolute voorwaarde voor een samenwerking.
De gekleurde bril
Het is een ongemakkelijk waarheid: de onderlinge verstandhouding kleurt de bril waardoor mensen naar elkaars werk kijken. Is de relatie slecht, dan zal je opdrachtgever veel kritischer over je werk oordelen dan wanneer je goed met elkaar overweg kunt. Op zich is er natuurlijk niets mis met een kritische blik. Daar leer je immers van. Maar als je niet met elkaar overweg kunt, kun je al snel niets meer goed doen in de ogen van de ander.
En het werkt twee kanten op. Een opdrachtgever met wie je echt iets hebt, motiveert je om het beste uit jezelf te halen. Klikt het niet, dan werk je altijd met tegenzin, je geeft nooit dat kleine beetje extra.
Valkuil
Is er dan geen valkuil bij een samenwerking met iemand met wie het dikke mik is? Ja, die is er zeker. Het gevaar bestaat dat de opdrachtgever juist te weinig kritisch is. Daar groei je als schrijver niet van. En zelf kun je afglijden in gemakzucht. Die leuke, gezellige opdrachtgever geeft je toch geen kritiek, dus je hoeft er niet je ziel en zaligheid in te stoppen.
Humor en vertrouwen
In de ideale verstandhouding tussen mij en mijn opdrachtgevers is er humor en vertrouwen. Er is ruimte om elkaar opbouwende feedback te geven zonder angst voor slaande deuren. Zonder klik met de opdrachtgever gaat het niet. Dan wordt het een verstandshuwelijk en daarin functioneer ik niet.
Overdenking in de regen
Ik parkeerde mijn auto in de stromende regen naast Nederlands eerste McDrive in Huis ter Heide. Ik kocht niets, maar overdacht het kennismakingsgesprek van zojuist. Het voelde niet goed. Er werd niet gelachen. Het voelde te beladen. Ik miste de klik. Was dat mijn eigen schuld? Was het wel iemands schuld? Deed de schuldvraag er eigenlijk wel toe?
Ik aarzelde tussen het zakelijke en het gevoelsmatige. En uiteindelijk bleken deze met elkaar verweven. Want wat komt er van zaken terecht als het niet goed voelt? Ik besloot het verstandshuwelijk niet aan te gaan. Ik belde en voor het eerst was daar het gevoel op één lijn te zitten. Want ook mijn gesprekspartners voelden de klik niet.
Ik ga geen verstandshuwelijken aan. Ik wil leuk met opdrachtgevers omgaan. En nee, ik ben echt niet bang dat ik zo de spoeling te dun maak. Want mijn ervaring is ook dat de meeste mensen gewoon heel leuk zijn.
Foto van Cyton Photography, gevonden op Unsplash.
Nina zegt
Tot voor kort stond ik er ook zo in. Maar inmiddels heb ik ontdekt dat ik een betere schrijver word door te schrijven voor klanten of sectoren waar ik niet direct een klik mee heb. Inmiddels daag ik mezelf juist uit om te schrijven voor sectoren die ver van me af staan. Ik merk dat dit, op alle fronten, meer oplevert. Ik moet op de toppen van mijn kunnen schrijven en inlevingsvermogen presteren én ik krijg beter betaald.
Klanten die bij mij passen zijn de klanten die doorgaans niet veel te besteden hebben en snel tevreden zijn. Bij elke (woord)grap krijg ik applaus. Voor andere klanten moet ik meer mijn best doen. Werk ik nu helemaal niet meer voor die fijne klanten? Natuurlijk wel. Ik doe dat zelfs gratis via bijvoorbeeld De Nieuwe Gevers. Ik merk dat ik mijn ‘makkelijke en lieve’ klanten meer kwaliteit kan bieden door regelmatig te werken voor moeilijke klanten.
Doe ik dan alles voor geld? Absoluut niet. Als ik de indruk krijg dat mensen onredelijk zijn, er gesteggel ontstaat over geld terwijl het bedrijf genoeg te besteden heeft, of als het morgen af moet ben ik heel duidelijk: zoek maar verder.
Johan Koning zegt
Een betoog naar mijn hart, Steven. Ook ik werk praktisch alleen samen met klanten met wie het klikt. Hoe raar dat ook klinkt, want er zijn ook opdrachtgevers bij met wie ik alleen via mail communiceer en die ik dus nog nooit in levende lijve heb ontmoet.
Trouwens: ik krijg vaak ook juist aanvragen van dit soort leuke bedrijven die mijn website hebben bezocht en die de teksten daar aansprekend vonden, bij hen vonden passen. Dus het werkt andersom ook: klanten zoeken jou omdat je bij ze past.