
Je zwoegt hard op je tekst. Checkt en dubbelcheckt. En dan gebeurt het: niet alleen wil de communicatie-afdeling je tekst nog beoordelen, ook de grote baas en de jongens van sales blijken er nog wat van te vinden. Voor je het weet, hebben twintig man bij acht afdelingen hun plasje over je tekst gedaan. Wat overblijft, is een pislinke auteur en een tekst die behoorlijk stinkt. Gelukkig kun je als schrijver een hoop gezei…, eh, ellende voorkomen.
Mijn teksten zijn natuurlijk perfect. Toch stuur ik ze voor de zekerheid altijd even ter controle naar degene die ik heb geïnterviewd of naar de communicatieafdeling. Het kan altijd zijn dat ik wat gemist heb of gevoelige zaken kort door de bocht heb geformuleerd (tip: altijd proberen). Geen probleem als er nog een opmerking of aanvulling op mijn tekst komt.
Vijf correctierondes verder
Maar wat is het resultaat als we vijf correctierondes verder zijn? Wanneer iedere afzonderlijke afdeling haar plasje over de tekst heeft mogen doen? Wanneer je niet meer in het document ‘Nieuwe app.doc’ werkt, maar in ‘Nieuwe App_JJ_KvdM-v2_PdH/MZ_akkoord-sales.doc.docx’?
Een bonte kermis aan reviews, markeringen in alle kleuren van de regenboog en een berg opmerkingen van types van wie je geen idee had dat ze überhaupt bestonden. Daar zit heus wel terecht commentaar tussen, maar sommige mensen willen net iets te graag hun stempel op je tekst drukken met opmerkingen als deze:
- De salesafdeling: Hi Martijn, tóp stuk!! Wil je er nog even bij schrijven dat deze app een UNIEK product is?
- De CEO: martijn app is op tijd en binnen budget ontwikkeld nog even in tekst bvd
- De technische afdeling. Hoi Martijn, ontbreekt nog dat de app uit 18.403 regels code bestaat.
- De chef zonder humor: ‘Kip, ik app je’ is geen bestaande uitdrukking.
- De juridische afdeling: Geachte heer Vet/Beste Martijn, gelieve de finale versie aan te treffen in aangehechte PDF.
Precies net niks
Die bonte kermis kost een boel tijd en frustratie (waarom moet de junior officemanager mijn tekst óók beoordelen?).
Bovendien, als je ieders opmerkingen in de tekst gaat verwerken, is de hoeveelheid blabla die overblijft niet meer te overzien. Houd je rekening met ieders gevoeligheden, dan krijg je een nietszeggende compromistekst waar alle scherpe randjes van af zijn. Precies net niks.
Hoe dan wel?
Hoe voorkom je tijdverlies, frustratie en een vlees-noch-vistekst? Een paar tips die bij mij werken.
- Maak bij je opdrachtgever één persoon verantwoordelijk. Diegene moet knopen doorhakken als collega’s elkaar tegenspreken.
- Sta erop dat dat je één versie terugkrijgt waarin zo veel mogelijk is aangepast met ‘Wijzigingen bijhouden’ en met zo min mogelijk opmerkingen.
- Spreek een maximum van twee correctierondes af.
Werkt dit altijd? Helaas, sommige mensen kicken nu eenmaal op het geven van commentaar, alsof het een wedstrijdje vérplassen is. Aan ons tekstschrijvers de schone taak om de (water)schade te beperken.
Foto: Freestocks via Unsplash
Zo herkenbaar! Heerlijk geschreven Martijn. Met een glimlach gelezen!
Mij valt op: niemand heeft het over de cruciale vraag: wat hebben de klanten van de opdrachtgever eraan als de tekst wordt veranderd in wat de commentatoren graag willen? Mij bekruipt het gevoel dat ze weer allemaal zendergericht bezig zijn, niet ontvangergericht, en al helemaal niet responsgericht. Dat zou steeds mijn baseline zijn. (Of:) Bedoelen degenen die het over de expertise van de tekstschrijver/ster hebben dat? (Zonder het zo te formuleren?)
Mooi to the point Martijn! En de voorbeelden blijven hilarisch.
Of, ook meegemaakt: Ik ben het niet eens met dit stuk, zo kan het niet gepubliceerd worden. De tekst moet opnieuw geschreven worden.
Huh? Dan de vraag: waar zit de pijn? Blijkt het om één zinnte gaan die verkeerd viel en aangepast moet worden. Daarna iedereen blij.
Jaaa, dat drama. ‘Ik heb er heel veel in moeten wijzigen’. Schrik om het hart. Blijkt het op iedere pagina om enkele kleine correcties te gaan.
haha, ja, herkenbaar. En dan heb je het nog niet over de wijzigingen die maken dat je een heel stuk opnieuw moet schrijven, omdat de overgangen niet meer kloppen.
En dan vergeet je nog te zeggen dat de geciteerde accountmanager erop staat dat hij Account Manager is…
Gewoon ‘klantjesbeheerder’ noemen.
Zeker een herkenbaar verhaal. De beste oplossing voor dit probleem vind ik nog steeds de ophokplicht: https://tekstnet.nl/polderen-met-feedback/
Ja! Als je dat fysiek kunt organiseren is dat helemaal mooi.
Hilarisch geschreven! Maar het is helaas ook zo jammer van de tijd die het kost. Voor de schrijver én alle mensen die zich ermee gaan bemoeien.
De oorzaak is vaak dat de organisatie of het bedrijf de boodschap zelf niet scherp heeft. Of ze zijn om andere redenen onzeker. Bij het lezen van de tekst schrikken ze, want dan is het ineens niet genuanceerd/to the point/uitgewerkt genoeg. Zo vaak meegemaakt dat het schrijfwerk een totale nieuwe denkronde in gang zet.
Oplossingen vinden in de accorderingsronde is dan behoorlijk kansloos. Beter is om die onzekerheden bij de briefing boven tafel te halen en verwachtingen uit te spreken.
Eigenlijk zijn we gewoon probleemoplossers.
Heerlijke blog weer, Martijn! Mij grootste ergernis op dit front: types die lekker leesbare citaten veranderen in hermetisch managementjargon. Liefst met dingen tussen haakjes binnen zo’n citaat 😬
Ook herkenbaar. Hier zitten nog tig vervolgblogs in.
En uiteraard met heel veel taal-, spel- en stijlfouten.
Die heb ik voor de leesbaarheid van het blog uiteindelijk achterwege gelaten.
Herkenbaar, ik heb teksten teruggekregen met hele discussies in de kantlijn. Beoordelaars die het ook nog eens met elkaar oneens waren, waardoor ik helemaal niet meer wist wat ik ermee aanmoest.
Ik weet niet of ze kicken op het geven van commentaar. Volgens mij is vooral onwetendheid en onwil om open te staan voor de kennis die de tekstschrijver meebrengt. Deze mensen denken dat het werkt als er zoveel mogelijk ogen naar kijken, maar beseffen niet dat dit juist averechts werkt. En ze staan er lang niet altijd voor open als je dit probeert duidelijk te maken.
Haha, een stuk van zo’n hele discussie stond in de eerste versie van dit blog, maar vond het toch te veel over the top om die er ook nog in te zetten. Vooruit, hierbij:
PdH: Deze alinea klopt volgens mij niet, of wel, Midas?
MZ: Jawel, klopt wel.
PdH: OK, dan heb ik niks gezegd, Midas. Nog koffie?
Met dank aan de drie (!) Tekstnet-collega’s die vóór publicatie nog hun plasje over deze blogpost deden.