
Spoed! De website moet vanmiddag nog online. Of het tijdschrift moet morgen al naar de drukker. Zou ik als gewaardeerde tekstschrijver niet nog even een snelle blik willen werpen op de laatste teksten? “Niet meer dan twee uurtjes aan besteden hoor.” Klinkt relaxed…
D’tjes en t’tjes, wij tekstschrijvers hebben de neiging daar wat besmuikt om te lachen. Wij maken artikelen, interviewen mensen, tellen story’s of schrappen bullshit. En daarbij is ons werk doorgaans vrij van taal- en spelfouten. Anders hadden de marketeer, de softwareontwikkelaar of de CEO bij onze klant die teksten zelf wel kunnen schrijven. Ieder z’n vak.
Maar goed, een klant in nood willen we altijd helpen. Zeker als het om een relaxed klusje tussendoor gaat. Even door wat tekstjes heen en hier en daar een puntje op de i zetten. Muziekje erbij. Kom maar door!
Een beetje logisch
Dan de praktijk. Natuurlijk gaat het nauwelijks om d’tjes en t’tjes. Eigenlijk moeten alle alarmbellen al afgaan als de klant tijdens de minibriefing nog toevoegt: “En kun je ook even kijken of alles er een beetje logisch staat?”
Daar is dus meer aan de hand… Niet zelden blijkt het om een tamelijk omvangrijke tekst te gaan. Bijvoorbeeld een website met homepage, enkele sub-, veel sub-sub- en oneindig veel sub-sub-subpagina’s. De auteurs zijn ongetwijfeld steengoede managers of beleidsmakers, maar niet de beste schrijvers. Een fijne uitdaging dus voor de tekstschrijver.
Niet half doen
We kunnen veel, maar binnen twee uur een omvangrijke tekst doornemen, grammaticale constructies aanpassen en de teksten consistent afstemmen op de tone of voice van de klant, dat is zelfs voor de snelste tekstschrijver wat veel gevraagd. Het is ook een klus die je moeilijk half kunt doen. Wel de homepage, niet de sub-sub-subpagina’s? Wel de d’tjes en t’tjes, maar niet de stijl?
Klant confronteren
Wat te doen? In het verleden had ik de neiging om het inderdaad maar half te doen. Snel door de hele tekst heen en redden wat er te redden valt. Dat had natuurlijk een onbevredigend resultaat. Voor mij, maar ook voor de klant. Het lastige is dat je zonder het te beseffen eindverantwoordelijk wordt gemaakt. Je bent immers de laatste die een professionele blik werpt op het eindresultaat.
Dus voortaan toch maar even een kwartiertje de tijd nemen om erachter te komen wat de opdracht precies inhoudt. En daarna de klant confronteren. Dat kan pittig zijn, want je zegt in feite: 1. Jullie teksten zijn slecht en 2. Jullie planning deugt niet. Maar wij tekstschrijvers kunnen dat op een professionele manier. En alles beter dan half werk, toch?
Foto: Aaron Burden voor Unsplash
Dank voor je blog, Martijn. Herkenning!
@Corianne Roza met jouw antwoord kan ik wel wat!
O zo herkenbaar. Door schade en schande wijs geworden zeg ik alleen nog maar ja als ik de tekst heb gezien. Pas dan maak ik een raming van tijd en kosten. Of ik zeg nee als het uitermate krom is en snel moet voor weinig.
Mooi blog en herkenbaar! Mijn ervaring is dat het helemaal niet zo moeilijk is om te zeggen dat klanten niet goed schrijven. Dat is namelijk exact de reden dat ze ons benaderen en vaak zeggen ze het zelf ook openlijk.
Het komt zelden voor dat er maar één of twee kromme zinnen in staan. Eigenlijk maak ik dat alleen mee als ik eindredactie doe van stukken van collega-schrijvers, mensen die al geoefend zijn in het schrijven, maar nog net even een extra blik op hun tekst nodig hebben.
Op dit moment heb ik nog twee verschillende tarieven voor nieuwe webtekst schrijven en bestaande tekst herschrijven. Ik overweeg om dat verschil op te heffen. Bestaande tekst herschrijven blijkt in de praktijk namelijk evenveel werk.
Ik ben het helemaal met je eens, Steven: een bestaande tekst herschrijven kost (minstens) evenveel tijd én energie als het schrijven van een nieuwe tekst. Weet ik inmiddels … We live and learn.
Toevallig hebben we dit in onze Haagse intervisiegroep ook besproken. Wij kwamen ook op Marlies’ antwoord uit.
Dank voor je blog, Martijn!
Herkenning alom hier, Martijn!
Het gaat mis wanneer je als tekstschrijver aan het eind van de lopende band zit. En je ambitieus bent en de klant een superproduct wilt leveren.
Jij en ik en nog heel veel meer tekstschrijvers willen het beste voor hun opdrachtgever. Ik denk dat we moeten proberen om een plekje te bemachtigen bij het ontwerp van die lopende band. Maar ook ik weet: niet iedere opdrachtgever zit hierop te wachten.
Mooi en herkenbaar verhaal!
Nooit inleveren op je eigen kwaliteitsstandaard. Daar help je de klant en zeker jezelf niet mee.
Erik de Vries, oude copyrot
Lastig inderdaad. Goed advies. Ik ga nu zelf af en toe toch maar voor ‘minder slecht is goed genoeg’, als de klant weinig tijd én budget heeft. Alleen echte fouten verbeteren en de rest maar zo laten. Soms zijn ze daar al gewoon dolblij mee.
“Je hoeft alleen maar de taalfouten eruit te halen en hier en daar een kromme zin te verbeteren”: ik hoor het de klant nog zeggen. Vervolgens bleek de tekst helemaal vol met kromme zinnen te staan. Wat nu? De eerste kromme zin wel verbeteren, de tweede en derde niet, en de vierde wel? Het is alsof je aan een schilder vraagt om alleen de helft van de muren te schilderen …
Wat fijn om te horen dat ik niet de enige ben die tegen dit soort kwesties aanloopt. De volgende keer volg ik jouw raad op, Martijn, dankjewel!
Je kunt vaak het beste de tekst even opvragen bij je klant en dan een paar pagina’s proefredigeren. Meestal zie je al na 1 of 2 pagina’s hoe de vlag erbij hangt. Houd dan direct de tijd bij die je aan die paar bladzijden hebt besteed. Dan kun je vaak al veel zeggen over de rest van de tekst. Gewoon heel duidelijk inschatten hoeveel werk het zal zijn en realistisch en eerlijk je klant daarover informeren. En beter een uurtje teveel inschatten dan er straks bij inschieten. En ook gewoon nee durven zeggen als de klant iets vraagt dat jij niet kunt waarmaken, bijvoorbeeld met betrekking tot je deadline.
Grappig, nog een Marlies! Je hebt helemaal gelijk, hoor. Het is een kwestie van tijd nemen voor de inschatting en nee durven zeggen als de klant teveel vraagt en jij niet wilt inleveren op je kwaliteitsstandaard. Maar soms is dat makkelijker gezegd dan gedaan.
Heel herkenbaar, Martijn! Mooi beschreven.