Hoe kun je samenwerken als tekstschrijvers?
Altijd in je eentje het wiel uitvinden, de deur niet uitkomen omdat je thuis werkt, geen grote klussen kunnen aannemen (omdat je dan voor kleine nee moet verkopen). Er zijn veel redenen waarom tekstschrijvers vroeg of laat besluiten om te gaan samenwerken in een groter verband.
Tekstnet wilde wel eens de mogelijkheden op een rijtje zetten. Dat deden we op 16 december in de Caballerofabriek, op het Haagse industrieterrein Binckhorst. Een toepasselijke locatie, want een van die plekken waar oude industrie wordt omgetoverd tot verzamelgebouwen vol creatieve en innovatieve bedrijven.
Ons zaaltje keek uit over de industriekade waar een kraan volop bezig was zand te lossen. Bij de WC zat zacht tapijt tegen de muur, het parkeerterrein was ruig en vol – aan fietsenrekken was niet aan gedacht. Kortom, een nostalgische jaren zestig omgeving.
Tekstnet had vier mensen uitgenodigd om hun eigen samenwerkingsvorm toe te lichten:
- Eric Went, oprichter van Unit 2 in Leiden, met veertig zelfstandige creatieve professionals.
- Jeroen van der Bijl, aangesloten bij Redactieprofs, een landelijk netwerk van tekstschrijvers.
- Klazien Laansma, oprichter van franchiseorganisatie Klare Taal.
- Irmgard Bomers, bedenker van het concept Werken in Netwerken (WIN), dat begon in Den Haag en inmiddels ook kringen heeft in Utrecht en Eindhoven.
Unit-2
Unit-2 werkt vanuit een oud industriegebouw in Leiden en is als collectief 7 jaar geleden ontstaan en inmiddels uitgegroeid tot bijna 40 deelnemers. In Unit-2 werken ca. 10 journalisten en tekstschrijvers, verder webdesigners, fotografen, communicatieadviseurs, marketeers, makers van animaties en infografics. Ze komen niet meer alleen uit Leiden, maar ook uit Haarlem, Den Haag en Utrecht.
Samen huren ze de ruimte, maar niet iedereen is altijd aanwezig. De huur wordt naar rato omgeslagen. Van wat er overblijft worden ‘leuke dingen’ gedaan, zoals een beamer aanschaffen, het organiseren van (thema)bijeenkomsten en lunches. Die zijn bedoeld om onderling feeling te houden: Need-to-know (wat je moet delen en elkaar inspireren), Need-to-help (problemen die je tegenkomt bespreken), Trendspot-middag, Blue Monday en een presentatie van alle samenwerkingen.
De samenwerking gebeurt net hoe het valt: een klus komt binnen en er ontstaat een soort brainstorm van ideeën, waarbij uiteindelijk een groepje gaat offreren. Daarbij is er altijd wel iemand die de eindverantwoordelijkheid heeft. “Ik ga nooit meer iets zelf verzinnen, het wordt altijd beter en leuker als je iets samen doet!”, aldus Went.
Gaat die ad hoc samenwerking wel eens mis? Ja natuurlijk, erkent hij. Maar in gewone bedrijven gaat het ook wel eens mis. Iedereen leert er altijd wel van. Meestal levert de brede samenwerking echter iets veel beters op dan als je met minder mensen of met een strakkere structuur aan de slag gaat. Je kunt altijd meerdere ‘aanvliegroutes’ laten zien voor een klus aan de opdrachtgever, die zo meer keus heeft. Deelnemers moeten wel in staat om een eigen bedrijf te runnen.
Voorbeelden:
- Het afscheidsboek van de C1000, waaraan 18 mensen anderhalf jaar hebben gewerkt met alle 250 C1000-ondernemers. Het is een pil van 500 bladzijden en drie kilo zwaar geworden.
- Magazine in één dag – bijvoorbeeld op conferenties. Extra activiteit op de plek van conferentie / beurs zelf. Geeft veel reuring en energie.
Redactieprofs
RedactieProfs bestaat ruim 5 jaar en is opgericht door tekstschrijvers die lid waren van Tekstnet, nu ca. 10 verspreid over Nederland. De redactieprofs delen een website, zien elkaar een aantal keer per jaar (voor ideeënontwikkeling, samenwerken, verdeling klussen, training, kennisuitwisseling, website etc.)
Jeroen is goed in PR & acquisitie en biedt dit aan zijn collega’s aan. Om te beginnen oude contacten ‘opwarmen’ en samen ook grotere klanten bedienen. Onderling vertrouwen en gunnen zijn de basis van dit netwerk, verder is er niet veel vastgelegd.
WIN
WIN (Werken in Netwerken) is het idee van Irmgard Bomers. Vanuit de Caballerofabriek wordt WIN ‘uitgerold’ over heel Nederland. Inmiddels zijn er ‘smaakmakende’ kringen in Utrecht, Amsterdam en Arnhem. Het netwerk past in het nieuwe denken: buiten de ‘oude’ begrensde vormen denken en op een andere manier samenwerken.
Doel is om in iedere lokale WIN-kring een afspiegeling van de arbeidsmarkt bij elkaar te brengen, dus zo divers mogelijk zodat je allerlei vraagstukken vanuit WIN kunt oplossen. WIN gaat ervan uit dat de arbeidsmarkt nog meer zal veranderen: nog flexibeler zal worden.
Irma: “We gaan naar een nieuwe wereld waarvan niemand weet hoe die eruit ziet. Met de vernieuwers van WIN gaan wij een nieuwe verbinding aan. Het is werken in de toekomst. Wat doen succesvolle mensen anders: in relatief weinig uren verdienen zij hun geld.”
De mensen in de werkkringen organiseren zelf hun samenwerking. Open staan voor vernieuwing en open staan voor samenwerken is voldoende als uitgangspunt. Irmgard Bomers geeft als voorbeeld dat zij zelf een boekje heeft geschreven en daarbij geen tekstschrijver heeft ingeschakeld.
Je moet ook eens durven af te stappen van het denken in puur professionele kaders, bedoelt ze. Leon van den Berg haakt hierop in en vertelt dat hij zelf momenteel investeert in een welzijn- en zorgnetwerk, waarbij hij de communicatie voor zijn rekening neemt. Doel is een langdurige werkrelatie te creëren in plaats van steeds korte opdrachten.
Het concept van WIN roept wel discussie op. In Nederland hebben we ook beschermde beroepen zoals arts en advocaat. We zitten in een samenleving waar mensen op kwalificaties worden afgerekend. Dat heeft volgens Irma als nadeel dat je steeds in je eigen kringetje blijft denken en werken, vanuit bestaande normen.
Klare Taal
Klare Taal is een samenwerkingsverband van tekstschrijvers, opgericht in 1990 door Klazien Laansma en de laatste 10 jaar georganiseerd volgens franchisemodel. Klare Taal bestaat 25 jaar in 2015. Groei noopte tot samenwerking. Na experimenten met diverse vormen (vof, personeel) bleek de franchiseformule het prettigst als minimale vorm waar toch een contract onder ligt.
Iedereen voert de naam Klare Taal, wat het merk versterkt. Het is ook makkelijk om acquisitie te doen met een merknaam. (Bij redactieprofs werkt iedereen onder de eigen naam). De Klare Talers specialiseren zich op een vakgebied, dat kan inhoudelijk zijn (agri & food, patiëntenvoorlichting) maar ook technisch (ghostwriting).
Grote opdrachten kun je aannemen en onderling verdelen, waarbij één collega de eindverantwoordelijkheid houdt. Er zijn vaste afspraken voor het afrekenen bij samenwerking en acquisitie. Een keer per jaar rekenen de collega’s onderling af. Verder zijn er inhoudelijke en zakelijke bijeenkomsten, ca. 4 per jaar.
Irene van Hooren is franchisenemer bij Klare Taal. Ze vindt vooral het collegiale contact prettig. Iedere maandag neemt ze met een collega de week door. Het gaat dan om taalvragen, feedback op teksten en offertes, ondernemersvragen, belastingvragen. In Klare Taal voelt zij zich steviger als ondernemer. Haar specialisatie is gezondheidszorg en welzijn. Het leukste werk dat ze via Klare Taal kreeg was het herschrijven van een thriller.
Vragen en discussie
Hoe bepaal je de prijs in een losse samenwerking?
Eric (Unit-2): Dat hangt af van wie de kar trekt. Je moet wat risico durven nemen en iets uitproberen. Soms laten we een interne offerte uitschrijven – en de verantwoordelijke stuurt dan de gezamenlijke offerte.
Wat als het mis gaat?
Eric (Unit-2): Na een slechte ervaring, wordt iemand gewoon niet meer gevraagd. Dat werkt vanzelf zo. Maar verder zijn er altijd leermomenten in complexe opdrachten. Het voordeel van in een groep samenwerken is dat een ander het falen dan weer opvangt. Wij regelen niets formeel, maar weten er tot nu toe altijd via trial en error uit te komen.
Halen en Brengen
Irmgard (WIN): Het begint altij met brengen. WIN is een manier van werken die past in elke werksituatie. Wij bieden een podium om duidelijk te maken dat je het beste uit jezelf haalt. Dat mechanisme gaat op een natuurlijke manier werken.
Vastleggen in contract?
Irma (WIN): Uit principe neem ik geen mensen aan. Ik heb geen enkele contractuele verbinding, voorwaarden etc. Mensen nemen zelf hun verantwoordelijkheid.
Klazien (Klare Taal): Het franchisecontract is superlicht maar wel duidelijk wie wat doet, wat je van elkaar kunt verwachten. Dat geeft duidelijkheid, wat ook prettig kan zijn.
Winstmodel WIN
WIN riep veel vragen op naar de concrete uitwerking: Wat is het verschil met een serviceclub als BNI? Naar wie stuur jij een rekening? Wat is het product?
Irma (WIN): Wij leren delen en co-creëren. Wij bieden een platform waarin je gratis deelneemt op basis van wederkerigheid, maar het werkt pas als je zelf gaat brengen.
Dan blijkt er wel een geldstroom te zijn: Voor 250 euro per jaar kun je onbeperkt deelnemen aan WIN, waarbij je ook één keer per jaar kunt meedoen aan het smaakmakersfestival. De klanten van WIN zijn ‘productenten van activiteiten’. Elk jaar wordt het lidmaatschap 50 euro goedkoper.
WIN is volgens Irma ook een andere manier van leven: Je hebt geen regels meer nodig.
Anders, speelser
Klazien vindt wel het aardige van WIN en Unit-2 dat deze samenwerkingsvormen meer ruimte geven aan speelsheid en eens wat anders uitproberen. Klare taal zet sterk in op specialisatie, maar dat kan op den duur ook benauwend zijn. Meer kanten van jezelf ontwikkelen is heel gezond.
Een inspirerende en prikkelende middag met veel Aha-momenten: Zo kan het ook!
Verslag: Klazien Laansma, Klare Taal