
Als je een tekstschrijver inhuurt, moet je dan voor een man of een vrouw kiezen? Hanteren mevrouwen de pen beter dan meneren of andersom? Als je kijkt naar de literatuur, toch het hoogste podium van de schrijverij, dan lijken mannen de beste schrijvers.
Vorige week promoveerde Corina Koolen op onderzoek naar de eregalerij van de literatuur. Haar viel van alles op. Dat vrouwelijke literatoren slecht verkopen bijvoorbeeld. Van de 165 bestverkochte literaire werken tussen 2009 en 2012 waren er 25 geschreven door een Nederlandse vrouw. Tussen 2001 en 2007 won geen enkele vrouw een van de vier grote literaire prijzen, terwijl ze in de jaren tachtig nog ruim een derde van die prijzen pakten. De afgelopen jaren was het niet veel anders. En dat terwijl de opmars van schrijvende vrouwen al sinds de 18eeeuw wordt voorspeld. De Nederlandse vrouw schrijft wel, maar ze blijft niet.
Nogal wat minders
Schrijf je dus beter als je ballen hebt en slechter als je borsten torst? Natuurlijk niet. Het promotieonderzoek van Koolen laat vooral zien dat vrouwen om andere redenen het literaire erepodium niet bereiken. Omdat uitgevers het werk van vrouwen als minder literair zien, het daarom minder verkocht wordt, waardoor kranten er minder over schrijven en het vervolgens minder genomineerd wordt en dus minder prijzen krijgt. Dat zijn nogal wat minders. Volgens Koolen denken we ook helemaal niet zo neutraal: “Een man die over het gezinsleven van alledag schrijft, wordt door de literaire jury geprezen om zijn lef. Als vrouwen daarover schrijven, klaagt de jury dat het om persoonlijke wissewasjes gaat.”
Genderfluïde scribenten
Ook in de schrijverij sluipt de discussie over geslacht. Of gender, zoals we tegenwoordig moeten zeggen, geloof ik. Misschien mogen we het onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke schrijvers niet eens meer maken. Het kan zomaar tegen het zere been zijn van schrijvende transgenders, transseksuele auteurs, hermafrodiete romanciers en genderfluïde scribenten. Ik word die discussie langzamerhand een beetje moe. Vooral omdat zij die het hardst slaan op de trommel van dit onderwerp, meestal degenen zijn die het scherpste onderscheid maken tussen mensen. En iedereen die dat met de beste bedoelingen juist níet probeert te doen, wegzet als onverschillige boemannen. Boevrouwen. Boepersonen.
Moet je nu een mannelijke of vrouwelijke tekstschrijver inhuren? Vooral een goede, zou ik zeggen. Ik becijfer de kansen van mannen en vrouwen dan precies fiftyfifty. Maar goed, ik ben natuurlijk beter met letters dan met cijfers. En dat heeft weinig te maken met of ik staand of zittend plas.
Wat een interessante discussie! Ik denk dat je de plank raak slaat (of de spijker op z’n kop), Mattijs, als je zegt dat vrouwen anders schrijven dan mannen. Ik heb niet zo’n mooi ’transgenderiaans’ voorbeeld als jij bij de hand, maar ik probeer me nu in te denken hoe ik zou schrijven als ik louter en alleen mannen naar een Men Only evenement zou moeten krijgen. Ik zou ook gaan zoeken naar vergelijkbare teksten en die stijl ‘kopiëren’. Benieuwd of anderen daar ervaringen mee hebben. En, Marnix, jij bedankt voor het blog!
Nou, eh, ik zou na een recente ervaring bijna durven beweren dat vrouwen ánders schrijven dan mannen!
Ik moest laatst namelijk invallen voor een artikel dat op de Libelle-website moest verschijnen. Het doel was om zo veel mogelijk lezers (lees: lezeressen) over te halen om naar een evenement van mijn opdrachtgever te komen, dus alle verleidingstactieken moesten eraan te pas komen.
Maar wat ik al schrijvende ontdekte: het lukte me maar niet om ‘als vrouw’ te schrijven. Alleen door nauwgezette studie van vergelijkbare teksten wist ik de typisch luchtige toon van de ‘vrouwenmedia’ te deconstrueren en die mezelf enigszins eigen te maken. En zowaar, na de tweede versie was de (vrouwelijke) opdrachtgever zelfs zeer tevreden. Maar het was het resultaat van ‘nadoen’: de luchtige toon die ik van nature heb, is merkbaar niet hetzelfde. Zouden die verschillen echt zijn door te trekken naar een ‘mannelijke’ en een ‘vrouwelijke’ toon?