Journalist, dát wilde ik worden. Toen ik in 1994 afstudeerde, was ik al freelancer bij het Veluws Dagblad, tegenwoordig De Stentor. En popjournalist bij de NRCV en rockmagazine WATT. Maar in de regionale journalistiek was geen vast werk. Gelukkig kon ik in 1995 aan de slag bij een tekstbureau. Een cultuurshock! Want commercie was een vies woord in de journalistiek. En ik móest een stropdas om. (Prins Claus is mijn held, sinds hij in 1998 zijn stropdas afdeed en zei: ‘Bevrijd uzelf en waag de reis naar het paradijs van de open kraag’.). Maar ik vond het mooi werk.
Daarna werkte ik bij nog drie communicatiebureaus én bij zorgorganisatie ’s Heeren Loo. Sinds begin 2013 ben ik zelfstandig online tekstschrijver. Ik schrijf (seo-)teksten voor websites, nieuwsbrieven en whitepapers. Jarenlang deed ik dat voor bedrijven in allerlei sectoren. Tegenwoordig richt ik me voor zo’n zeventig procent op zorg, welzijn en het sociaal domein. Daar lag mijn hart altijd al. Voordeel van zo’n niche vind ik dat je diepgaande kennis opdoet en die bijhoudt.
Het werk van tekstschrijver heeft zo veel boeiende aspecten. De samenwerkingen. De mooie gesprekken – interviews – met heel verschillende mensen: van directeurs tot mensen met een verstandelijke beperking. De kennis die ik opdoe. En het ambacht van tekstschrijven. Werken áán mijn bedrijf schiet er vaak bij in. Wel volg ik veel trainingen, vooral online moet ik erbij zeggen.
Mijn advies aan collega-tekstschrijvers? Spiegel je niet te veel aan anderen, let op de veranderingen om je heen en ontwikkel je. Dat zijn ook adviezen aan mezelf. Ik noem me graag een gevorderde beginner. Dat houdt me scherp. Te vaak heb ik gezien dat mensen hun werk bleven doen zoals ze altijd deden. Op een gegeven moment raak je dan out of business. Trouwens, leren is leuk.