
Half december (traditioneel de drukste tijd van het jaar) kwam het telefoontje of ik kon helpen met het redigeren van schoolgidsen. Dertig stuks. De redactieslag op alle gidsen moest eind januari klaar zijn.
Ik gaf aan dat dit wel heel strak gepland was, en dat me dit niet alleen zou lukken. Naar de leden van mijn Tekstnet-intervisieclub schreef ik een mail met als onderwerp Grote klus: wie doet mee? Tot mijn grote verbazing kreeg ik binnen een uur vier positieve reacties! Ik maakte een verdeling van de teksten en richtte een online werkomgeving in. Ook maakte ik een app-groep aan voor snelle communicatie – met de afspraak om die alleen op kantoortijden te gebruiken.
In de tweede week van januari ontvingen we de eerste ruwe teksten en we konden aan de slag. Ieder op zijn eigen plek, in zijn eigen tijd. Zelf onderhield ik de contacten met de opdrachtgever. Drie weken later waren alle dertig documenten geredigeerd.
Hadden we alles goed gepland? Ja. De planning was strak, maar met de inzet van iedereen (en wat weekendwerk) is het gelukt.
Werkten we goed samen? Ja. Het contact was prettig en we konden bij elkaar terecht bij onduidelijkheden, of als we werk van elkaar moesten overnemen.
Is het voor herhaling vatbaar? Misschien. Ik ben ervan overtuigd dat we dit soort grote klussen met elkaar kunnen oppakken, maar de druk lag eigenlijk te hoog.
Eind goed, al goed dus. Zo zie je maar waar de contacten bij de beroepsvereniging toe kunnen leiden: fijne samenwerking in een grote klus met een mooi eindresultaat.
Tefke van Dijk