Met de pandemie was daar ineens het respect voor vitale beroepen. Zorgmedewerkers, pakketbezorgers en vakkenvullers zwoegden door, voortdurend blootgesteld aan ziektekiemen. Intussen zaten wij, tekstschrijvers, veilig op ons werkkamertje achter de laptop. Het zette mij aan het denken. Hoe nuttig is mijn werk nou eigenlijk echt? Kan de wereld zonder mij en mijn collega’s?
Meer dan twintig procent van de werkende mensen in de Westerse wereld ziet het eigen werk als totaal nutteloos. Hun werk draagt niets waardevols bij en gaat soms zelfs tegen de principes in. Dit ontdekte de helaas jong overleden antropoloog David Graeber. Graeber schreef er een boek over en maakte een documentaire, waar je nu best tussendoor even naar kunt kijken, als jouw werkdag net zo is als de mijne.
‘Laptopkaste’
Hoe zit dat bij mij eigenlijk? Hoe bullshit is mijn werk als tekstschrijver? Dat vraagt om een stevige analyse. Laat ik beginnen met mijn werkdag. Ik behoor tot de ‘laptopkaste’ en ben een ‘digital nomad’. Waar het mij uitkomt en waar maar wifi en goede koffie zijn, klap ik mijn MacBook open. Eerst even de socials en het nieuws. Dan naar buiten staren en nadenken hoe te beginnen met mijn werk. Hee, een bekende, die ook hier? Eerst nog even drie kwartier koffie drinken en bijkletsen dus.
Opstartproblemen
Veel gedraal dus. Toch maak ik uiteindelijk best wat uurtjes. En mijn deadlines haal ik altijd. Makkelijk geld verdienen met weinig doen -toch typerend voor de bullshitjob- nee, dat doe ik niet. Je kunt hoogstens stellen dat ik mijn uren wat vrij indeel en soms wat opstartprobleempjes heb.
Twijfel
Maar hoe nuttig is mijn werk nu eigenlijk? Draagt het iets wezenlijks bij aan de wereld? Toen ik zeven jaar geleden begon, twijfelde ik daar soms aan. Mijn opdrachten waren vaak beleidsteksten en whitepapers voor bestuurders in de zorg. Niet de mensen waar ik als ex-zorgmedewerker de meeste affiniteit mee heb en eigenlijk twijfelde ik zelfs of zij het ooit zouden lezen. Ik kreeg wel goede feedback. Maar ik deed eigenlijk maar wat. Dat kenmerkt ook de bullshitjob. Kennelijk doe je het goed, maar je hebt geen idee waarom.
De switch
Ik besloot de beleidsteksten links te laten liggen, omdat ik veel blijer werd van schrijven voor de gewone Nederlander. Zo schreef ik informatieve teksten voor jonge apothekers en onderwijsmateriaal voor medewerkers in de ouderen- en gehandicaptenzorg. Ik heb mijn pen ingezet voor de huursector, een vakbond en een satirische site. En mijn werk heeft dingen tot stand gebracht. Verzorgenden leerden beter verzorgen. Begeleiders leerden beter begeleiden. Huurders deden nuttige kennis op. En mensen hebben gelachen.
Toegevoegde waarde
Maar was dat niet evengoed gebeurd als mijn opdrachtgevers zelf hun teksten hadden geschreven? Of dit aan AI hadden overgelaten? Dat betwijfel ik. Een tekstschrijver weet hoe een tekst op te bouwen, zodat de lezer de essentie meekrijgt. Een tekstschrijver kent de doelgroep en richt daar de tekst op. Niet te moeilijke woorden, maar ook niet te makkelijke. Een passende toon, een prettige indeling. Een tekstschrijver heeft toegevoegde waarde.
Of je werk een bullshitjob is, ligt uiteindelijk aan jezelf. Kies de opdrachten en opdrachtgevers die je aan het hart liggen. Doe dingen die echt effect hebben. En houd je vakmanschap op peil, zodat je dat effect teweeg kunt brengen. Maar bullshitjob of niet: een beetje bevoorrecht zijn we misschien wel, realiseer ik me als ik naar huis fietsend de stratenmakers bezig zie, die roofbouw op hun lijf plegen tot ze in de 60 zijn. Wat me eraan herinnert om mijn RSI-oefeningen weer eens te doen.
Beeld: Magnet.me op Unsplash
Corianne Roza zegt
Mooi om zo eens naar ons beroep te kijken. Herkenbaar ook.
Jaap Hoeve zegt
Aan het begin van de pandemie zijn media en communicatie bestempeld als vitale sector. Terecht of niet, er is van hogerhand besloten dat we nooit aan het nut van ons werk hoeven te twijfelen.