Half december besloten bijna 200 VN-landen ‘weg te bewegen’ van olie, kolen en gas om de 1,5 graad opwarming van onze planeet binnen bereik te houden. Wegbewegen (in het Engels ‘transition away’) is een term die ik als redacteur van een zakelijke tekst onmiddellijk zou aanstrepen. Ik zou de auteur vragen: wat bedoel je hiermee?
Een ‘kaderstellende toekomstvisie’, ‘richtinggevende keuzes’, ‘oplossingsrichtingen’, ‘aangrijpingspunten’, ’beleid dat onderzoeksuitkomsten onvoldoende involveert’, ‘normatieve assumpties’ en de ‘figuurlijke hefboomconstructie’. In advies-, onderzoeks- en beleidsteksten kom ik vaak vaagtaal tegen. Veel rapporten zijn om die reden lastig te lezen – en laten we eerlijk zijn: de meeste mensen doen dat toch al niet om te ontspannen. In het begin van mijn loopbaan riep ik regelmatig hardop uit: waarom?
Succesvolle diplomatie
Inmiddels begrijp ik beter waar het vandaan komt. Klimaatexpert Leo Meyer, betrokken bij het VN-klimaatpanel IPCC, verwoordde het goed aan de hand van de term ‘wegbewegen’. In dagblad Trouw zei hij dat hij de formulering briljant vond. Wegbewegen (van olie, kolen en gas) drukt uit dat we fossiele bronnen moeten afzweren, maar geeft tegelijkertijd ontwikkelingslanden ruimte om een eigen klimaatkoers uit te stippelen. De dubbelzinnige formulering is een teken van succesvolle diplomatie, aldus Meyer. Functionele vaagtaal dus. Ook passieve zinsconstructies kunnen handig zijn in teksten waarbij veel mensen zijn betrokken.
Veelvoorkomend misverstand
Daarmee zijn we er nog niet, want ik zie ook veel omzichtige taal die onnodig is. Dat is omdat auteurs denken dat hun tekst serieuzer wordt genomen als er jargon, complexe formuleringen of deftige woorden in staan. Vooral onder IT-specialisten (‘onze expertise: full stack ontwikkeling’) en juristen (‘met verwijzing naar het telefoongesprek van hedenmorgen, bevestigen wij u hierbij’ … et cetera) is dit een veelvoorkomend misverstand. Deskundigen, jong en oud, denken dat ze met hun taalgebruik moeten laten zien wat ze in huis hebben. Terwijl volgens mij het omgekeerde waar is: degenen die in gewonemensentaal inhoudelijk lastige onderwerpen kunnen uitleggen, zijn meestal de uitblinkers die boven de stof staan.
Op de knietjes
Dan zijn er nog auteurs die hun boodschap best in gewonemensentaal kunnen opschrijven, maar dat niet nodig vinden. Ze denken bijvoorbeeld dat hun lezers jargon wel aan kunnen; voor hún doelgroep hoeven ze echt niet op de knietjes. Dat laatste is vaak waar (op de knietjes is het andere uiterste), maar het eerste niet. Ingewijden in complexe materie denken van elkaar dat ze weten wat een jargonwoord betekent en dat ze het over hetzelfde hebben. Dat is lang niet altijd het geval.
Ik moet denken aan de organisatie die mij vroeg om enkele medewerkers te interviewen die een nieuw informatiesysteem hadden laten bouwen. Dat systeem was gebaseerd op ‘de gedachte van functioneel beheer’. De eerste geïnterviewde die ik vroeg wat die gedachte inhield, viel stil. De tweede werd boos omdat ik mij als interviewer onvoldoende zou hebben verdiept in mijn onderwerp. De derde gaf direct toe dat hij het ook niet precies wist.
Afweersysteem
Het ergste is: vaagtaal is besmettelijk. Ik betrap mezelf er soms op dat ik bij vaste opdrachtgevers ervoor moet waken dat ik ingeburgerde termen overneem. Ik zie dat jonge medewerkers die nieuw binnenkomen in zo’n organisatie, zich razendsnel het omzichtige taalgebruik toe-eigenen. Oók degenen met een vlotte pen. Ik kom maar weinig schrijvers tegen met een goed afweersysteem.
Wat te doen?
Ik ben ervan overtuigd dat je onduidelijke taal altijd moet verhelderen en het liefst moet vermijden; zelfs voor een doelgroep van ingewijden in complexe materie. Ook deze lezers hebben liever gewonemensentaal dan doorwrochte, geleerde stukken. Geef ze eens ongelijk.
Dit vraagt van auteurs dat ze hun overtuigingen loslaten en een stapje extra zetten voor hun lezers. Het is een enorme kunst om niet te veel kennis te veronderstellen en tegelijkertijd jip-en-janneketaal te voorkomen. Maar wie daarmee de kern weet te raken, levert een overtuigend(er) rapport op, zo is mijn ervaring.
Dat gezegd hebbende, weet ik dat de succesvolle diplomatie ook nodig blijft. Vage termen als ‘wegbewegen’ helemáál vermijden in teksten met veel betrokkenen, is een illusie. Wel kan de blik van buiten – in de vorm van een goede redacteur – helpen om die termen binnen de perken te houden. Goed nieuws voor ons als tekstschrijvers, lijkt me.
Foto: Viktor Talashuk
Geef een reactie