Kun je als tekstschrijver functioneren zonder e-mailadres? En moet Tekstnet een eigen website hebben? Deze vragen bezorgden het bestuur van Tekstnet 25 jaar geleden grijze haren. En dus vroegen ze een commissie van digitaal net iets vaardiger tekstschrijvers om advies. September 1995 rapporteerde de commissie over het belang van de elektronische snelweg voor TekstNet (nog met een N in het midden) als vereniging en voor de leden afzonderlijk. Een kwart eeuw geleden – wat is er veel veranderd.
Dit blog is efficiënt tot stand gekomen dankzij internet. Ik schreef de tekst en zette het bestand in Dropbox. Collega-tekstschrijvers gaven hun feedback nadat ik ze daarom per e-mail had gevraagd. Ik zocht een passend beeld, plaatste het blog via WordPress en wie erop geabonneerd is kreeg vanzelf een alert in zijn mailbox. Via social media als Facebook, LinkedIn en Twitter gaat het verhaal de wijde wereld in. Allemaal heel vanzelfsprekend. En dan ben ik nog niet eens de meest digitaal vaardige tekstschrijver.
Elektronische communicatie
Ook de commissie uit 1995 koos een moderne werkwijze: ‘Waarschijnlijk is dit de eerste commissie van TekstNet die geen enkele keer bij elkaar is geweest. Alle communicatie vond elektronisch plaats, van het rondzenden van stukken tot het toevoegen van commentaar en het discussiëren over de inhoud.’
Alle? Nee, een van de leden was nog niet ‘aangesloten’. Zij ontving de stukken per post.
Een homepage en een goede helpdesk
Het eerste deel van het rapport bevat uitleg over de terminologie en de apparatuur die je nodig hebt. Veel nieuwe woorden passeren de revue en worden zoals een goed tekstschrijver betaamt duidelijk uitgelegd. Bijvoorbeeld dat WWW de afkorting is van World Wide Web. Dat iedereen die via het World Wide Web informatie ter beschikking wil stellen, begint met het maken van een homepage. Een website van één pagina was in die tijd al heel wat. Voor de keuze van een provider adviseren ze te letten op een goede helpdesk ‘want op Internet (nog met een hoofdletter) kan er veel mis gaan’.
Goed op je visitekaartje
Een e-mailadres beveelt de internetcommissie zeker aan voor tekstschrijvers, want ‘het staat goed op je visitekaartje’. Maar er is meer, schrijven ze: ‘E-mail is een goede manier om met klanten, collega’s en leveranciers die ook e-mail hebben, informatie uit te wisselen. De afstand naar de ontvanger maakt niet uit en je kunt kopieën naar meerdere adressen sturen. Bovendien kun je met enig kunst- en vliegwerk ook binaire bestanden – in ons geval tekstfiles – meesturen. Het gaat stukken sneller dan het versturen van floppies.’
Voor Tekstnet zelf zou een eigen homepage relevant kunnen zijn, vinden de auteurs. Om de club te presenteren en hyperlinks op te nemen naar de homepages van de individuele leden. Maar het kan nog wel even wachten: ‘Pas bij een grotere modem-penetratie dan de huidige wordt het zinvol.’
Geen laatbloeiers
Inderdaad duurde het nog drie jaar voordat de eerste versie van www.tekstnet.nl het licht zag. Daarmee waren we overigens zeker geen laatbloeiers. Ook de Beroepsvereniging voor Communicatie (nu Logeion) en de NVJ zitten pas vanaf 1998 op internet, zo blijkt uit de Waybackmachine waarmee je de geschiedenis van websites kunt naspeuren.
Inmiddels is er geen tekstschrijver meer zonder internet op iedere werkplek. De website van Tekstnet is uitgegroeid tot een rijke bron aan informatie. Opdrachtgevers vinden tekstschrijvers via de zoekmachine. We delen kennis, maar ook lief en leed, via het forum voor leden. En in deze tijden van gepaste corona-afstand volgen we webinars en geven we elkaar collegiale feedback via allerlei vormen van beeldbellen. De modem-penetratie is gelukkig gelukt.
Corianne Roza zegt
Leuk hoor, zo’n blik terug in recente geschiedenis. 1998 klinkt dichtbij, maar voelt als eeuwen geleden. En wat een zompig woord, modem-penetratie.
Johan Koning zegt
Wat grappig dat je in het blog refereert aan de Wayback-machine, die ik juist deze maand tip in Tekstblad, Christine. Wat een verschil ook met de huidige site, die Tekstnet-homepage van 1998 (ik heb ‘m natuurlijk even opgezocht). Leuk, zo’n ‘stukje’ nostalgie.
Leonore Noorduyn zegt
Wat leuk om te lezen over modem-penetratie en het pre-digitale tijdperk van Tekstnet. 1995. Toen was een eigen website en e-mail voor mij ook nog ver weg, geloof ik.