De eerste herfstblaadjes dwarrelen van de boom en ik zit onder het genot van een kopje thee innig tevreden aan een tekst te knutselen. Tot de rust wordt verstoord… De boodschap klinkt tamelijk onschuldig. ‘Wij brengen nog een paar correcties aan’, staat onderaan het mailbericht.
Eerder heeft de klant al laten weten blij te zijn met mijn redactionele arbeid. De tekst van de brochure is precies zoals gevraagd. Hij laat zich makkelijk lezen. ‘De zinnen zijn betrekkelijk kort en de boodschap komt op deze manier heel goed over’, aldus de klant, een bezielende programmaleider van een nieuw instituut voor spirituele bewustwording voor leidinggevenden in het hoogste echelon.
Rare woorden
Maar blijkbaar waren mijn mooie zinnen toch iets te kort. Als ik later die dag de uiteindelijke versie van mijn werk onder ogen krijg, blijken de zinnen vlak voor de gang naar de drukker ineens stukken langer geworden. Tekstfragmenten zijn eenvoudigweg aan elkaar geplakt en het plaatsen van simpele komma’s blijkt wat te veel van het goede. Ook is op royale wijze allerlei spiritueel jargon toegevoegd. Rare woorden; begrippen waarvan de betekenis mij ontgaat. Precies de dingen die ik achterwege heb gelaten, duiken in de laatste versie van de brochure dus weer op.
Waarom doet een klant dat nu? Waarom ontbreekt het bij de opdrachtgever aan zelfbeheersing? Waarom wil de spirituele leider zo graag z’n jargoneitje kwijt? De meest simpele verklaring komt van mijn partner. Volgens hem denkt iedereen die zijn middelbare school al dan niet heeft afgemaakt, wel een stukje tekst te kunnen schrijven. Tekstschrijven is voor hen geen serieus te nemen vak. Nadenken over een logische redactionele opbouw, een uitnodigende toon, correcte zinsconstructies of het voorkomen van jargon. Wat zou het?
Passende oplossing
Vanuit dat perspectief gezien heeft de beroepsgroep nog wel wat uit te leggen over de drie zekerheden bij het inschakelen van een gekwalificeerde tekstschrijver. Hij maakt ingewikkelde materie begrijpelijk, zorgt ervoor dat de doelgroep de boodschap wil oppakken en neemt de verantwoordelijkheid voor een prettig leesbare tekst. Daarbij mag enige trots aan de dag worden gelegd. Een tekstschrijver bedenkt voor elke klant een passende oplossing.
Dat is dus buiten de klant gerekend, die vindt dat hij zelf óók over een gouden pennetje beschikt. Ik ben bang dat we als beroepsgroep te makkelijk meegaan in de wensen van de klant, die onder onze ogen een helder stuk tekst omtovert tot een wollige woordenbrij. Dat we te bang zijn onze stem te laten horen. Uitleggen dat dit onze expertise is. Maar durven we dat?
Sonja - the Write Partner zegt
Herkenbaar! De klant is koning, maar in hoeverre?
Verder denk ik dat we als tekstschrijvers onze expertise meer mogen uitdragen.
Ik ben benieuwd naar de afloop van je verhaal overigens!