Van alle vieze woorden die ik ken zijn acquisitie, netwerken en sales de meest schunnige. En toch ben ik ondernemer.
Wil je me echt ongelukkig maken, stuur me dan op pad om mezelf te verkopen. Visitekaartjes en elevator pitches uitwisselen op netwerkbijeenkomsten, lukraak bedrijven in de omgeving bellen of op verjaardagen vragen of we iets voor elkaar kunnen betekenen: het voelt voor mij als met band en garen langs de deuren gaan. Ben ik dan een mensenschuwe eenpitter die om opdrachten voor tekstschrijven en communicatie-advies verlegen zit? Nee, integendeel.
Leuk juist om met ondernemende collega’s, opdrachtgevers of wildvreemden te praten. Maar wel graag op een manier die me niet het idee geeft dat ik werk in een callcenter, een autoshowroom of bij TelSell. Ik laat graag zien wie ik ben en wat ik doe. Sterker nog, ik blog en heb een scooter, pennen, stickers, T-shirts en een koffiemok met mijn bedrijfsnaam erop. Vooral omdat ik dat zelf leuk vind en een beetje om zichtbaar te zijn. Ik zit eigenlijk nooit zonder werk.
Niet omdat ik elke week deelneem aan zo’n belachelijke ontbijtsessie van BNI, waar ze me steeds voor vragen. Zo’n op Amerikaanse leest geschoeid gedoe waar de plaatselijke middenstand elkaar afrekent op het doorschuiven van opdrachten. Een tapijtboer die een fotograaf moet verkopen: niet omdat die goed is, maar omdat die net als hij zijn dure lidmaatschap heeft betaald. Elke week om zeven uur ontbijten is me niet alleen veel te vroeg, maar vooral veel te vervelend. Als je boterhammen eten met de portemonnees op tafel heel graag een netwerk noemt, moet je dat vooral doen. Ik doe dat niet.
De beste acquisitie en sales is goed werk leveren. Op tijd en met plezier. En soms met het geluk dat een opdrachtgever van baan verandert en je meeneemt. Zo verzamel je vanzelf een kring van tevreden klanten die bij je terugkomen en je overal aanbevelen.
Netwerken, sales, acquisitie: ik heb ze uit mijn woordenboek geschrapt. Nieuwsgierigheid, interesse, werkplezier, een kop koffie drinken en borrelen heb ik onderstreept. Voor mij werkt dat uiteindelijk ook onder de streep, om toch in ondernemersjargon te blijven.
Malik de Kok zegt
Tijd voor een tegengeluid. Ik ben bijna 5 jaar lid geweest van een lokale afdeling van BNI en het heeft me veel opgeleverd. Niet alleen in termen van omzet – dat was niet uitzonderlijk – maar ook op het gebied van ondernemersvaardigheden. Ik heb, mede door een tijdje in het bestuur, ontzettend veel geleerd. Contact met directies van een aantal grote ondernemingen gelegd waar ik anders niet zomaar zou binnenkomen. En goede vrienden gemaakt. Toevallig de afgelopen dagen nog twee van hen ingeschakeld die voor een noodsituatie direct hun agenda vrijmaakten; dat kwam duidelijk voort uit onze ontbijtrelatie.
In tegenstelling tot wat je suggereert, gaat het wel degelijk om kwaliteit. Wie geen goed werk levert, wordt niet aanbevolen (want dat boemerangt direct terug op de aanbeveler) en verbetert dus zijn dienstverlening of wordt verwijderd.
Maar het klopt wel dat BNI niet voor iedereen is. Het moet bij je passen, je moet er zin in hebben, of je moet de uitdaging willen aangaan. Als het bij je past, werkt het.
Nu geen lid meer overigens – ik had het op zeker moment druk genoeg, en als je te vaak nee zegt werkt het ook niet meer. Mijn opvolgster sleept er nu gouden business uit, maar van het type klussen dat mij niet ligt.
Marnix-H. Simonis zegt
Ach, ieder zijn heug en meug. Voor de voordelen die jij noemt – omzet, vaardigheden, contacten en vrienden – heb ik BNI in ieder geval niet nodig. En dat is mooi, want het is niet mijn heug en meug.
Johan zegt
Oh ja, BNI. Al een aantal keren ben ik meegevraagd, omdat ze ‘wel een tekstschrijver in het netwerk konden gebruiken’. Sorry, maar mijn ochtendritueel is er niet op berekend.