Wat maakt Tekstnetwerken bijzonder? Moeilijk te zeggen. Dat je op één dag in drie workshops nieuwe aspecten van je vak leert kennen? Dat je al die collega’s kunt spreken, uithoren en van je visitekaartje voorzien? Dat je een dag lang ff niks hoeft? Of dat je ineens moet gaan tekenen en dat je dat dan leuk vindt? TNW is waarschijnlijk voor iedereen wat anders. Een terugblik op Tekstnetwerken 2016, misschien wel de beste Tekstnetwerken ooit. Een verslag in woord en beeld.
Geniet ook van het twitterverslag van Olga Leever.
De opening
Balans in je werk – Daniëlle Jansen
Goedkoper en leuker boekhouden – Femke Hogema
Laat woorden voor je werken – Jeanine Mies
Waanzinnige plannen – Marcel van Driel
Tekstschrijvers verdienen meer! – Sasja Nicolaï
Onderhandelen doe je zó – Peter Schneijder
Niemand leest, dus doe je best – Dimitri Lambermont
Boost je business met LinkedIn – Masja Slootweg
Iedereen kan schrijfschetsen – Inge de Fluiter
Zo is marketing wel leuk – Leonore Noordyn
SEO-teksten schrijven – Arjan Jonker
Het pauzeprogramma
Balans in je werk – Daniëlle Jansen
Daniëlle Jansen, adviseur digitale media en specialist in het maken van digitale verbindingen, opent haar workshop ‘Balans in je werk’ met een aantal oneliners:
Begin je dag met een routine voor meer balans
Mind your business.
Creëer meer rust in je hoofd.
Met focus ga je van plan naar resultaat.
Haar doel vandaag is om ons middelen aan te reiken om op de golven van de zee aan informatie te leren surfen. “We worden iedere dag bestookt met wat anderen van ons willen, vooral via e-mail. Het is moeilijk om dat uit te zetten, het gaat maar door. Al die mailtjes, sociale media, vakliteratuur, blogs. Wie kent dat niet, de stapel boeken die naast je bed ligt?”
“Maak een Vision Board waarin je je jaarplan vormgeeft en je jouw ideale werk samenstelt. Zorg iedere dag dat je ‘ikigai’ bevestigd wordt.” Ikigai is het Japanse begrip voor ‘the thing that gets you up in the morning’, jouw reden van bestaan.
Start iedere dag met een routine
Haar advies voor de warming-up van je hoofd is om met de ‘Mindful Morning’ iedere dag te ‘kickstarten’. Met een vaste ochtendroutine word je productiever en wen je jezelf en je lichaam aan een betere focus en strakke planning. Je dwingt jezelf positief te denken. Haar ochtendroutine bestaat uit een vaste volgorde, die ze ons meegeeft op een A-4’tje.
- Actief zijn – bewegen, je lijf ‘aan’ zetten
- Lezen – in een boek, de krant, vakliteratuur, blogs; je eigen knipselkrant
- Schrijven – ochtendpagina’s om je onderbewuste leeg te schrijven
- Creatief zijn – iets creëren zoals breien, schilderen, tekenen, muziek
- Affirmaties – doe dit hardop, bijvoorbeeld “I am perfect exactly as I am” (mag ook in het Nederlands natuurlijk) – daarmee dwing je jezelf positief te denken
- Mediteren – start met 10 minuten en doe het steeds langer. “Je kunt niet meer zonder!”
- To–don’t-lijst – zet er minstens 10 punten op -“start kicking ass by kicking things out”.
Daniëlle legt ons uit dat e-mail niet jouw dagindeling mag bepalen, want ‘iemand anders zet jou aan’ terwijl je dat zelf moet doen. Een klant die veranderingen naar jou mailt, hoef je niet steeds te belonen door onmiddellijk te reageren. Je kunt ook zeggen wanneer je antwoord geeft of je zet een AutoReply aan. Je werk staat in het licht van jouw doel, de reden waarom je doet wat je doet, wat je wilt bereiken.
Met een kopje thee
Haar boodschap is dus vooral om tijd voor jezelf te claimen en je daar niet schuldig over te voelen. Met je to-don’t-lijst* geef je jezelf opdracht om voortaan je eigen planning te volgen, niet die van anderen. Waarom doe je wat je doet? Waar heb je plezier in?
“Als je niet weet waar je naar toe wilt, dan maakt het dus niet uit waar de weg naar toe gaat.” Een uitspraak die we herkennen van de Cheshire Cat tegen Alice, als zij antwoordt dat ze niet weet waar ze naar toe gaat.
Daniëlle adviseert om te onderzoeken wat jouw ideale ochtendroutine is. Ze heeft een aantal boeken meegenomen waarin verschillende manieren worden beschreven. “Neem de tijd voor jezelf, zet een kop thee, lees een van die boeken en vecht tegen dat negatieve stemmetje in je hoofd dat zegt dat je aan het werk moet.”
Doe het!
Veel van wat Daniëlle aanbeveelt, herken ik en heb ik al eens geprobeerd. Uit ervaring weet ik dat een ochtendroutine die bestaat uit yoga-oefeningen en meditatie mij veel energie geeft. Ik begin met een goed gevoel over wat er die dag allemaal gaat gebeuren. Door haar verhaal realiseer ik mij dat ik die ochtendroutine maar al te makkelijk aan de kant schuif als ik per ongeluk eerst het mailtje van een klant van gisteravond lees wanneer ik mijn iPad pak om de krant te lezen. De oplossing is simpel: zet alle meldingen uit op tablet en smartphone tot je met werken begint.
Nu nog doen.
*Grappig: haar to-don’t-lijst is eigenlijk een lijst met aanbevelingen voor ‘to do’s’. Als je je bijvoorbeeld niet af wilt laten leiden, is focussen juist een ‘to do’. Als je niet de fout wilt maken geen feedback te krijgen, is het een ‘to do’ om voor feedback te zorgen.
Literatuur
- Whereever You Go, There You Are – Mindfulness Meditation for Everyday Life, Jon Kabat-Zinn
- Shut your monkey – How to control your inner critic and get more done, Danny Gregory
- Art before breakfast – A zillion ways to be more creative no matter how busy you are, Danny Gregory
- Big Magic – Creative living beyond fear, Elizabeth Gilbert
- Less is Luxe – Licht en Avontuurlijk Leven, Lou Niestadt
Verslag: Barbara Philipsen
Workshop Goedkoper en leuker boekhouden – Femke Hogema
“Omarm geld!” is het devies van Femke Hogema bij de workshop Goedkoper en leuker boekhouden. “Het is onderdeel van het ondernemerschap. Daar hoort modern boekhouden bij. Online werken maakt het allemaal leuker.”
Zelf doen of uitbesteden? Het is haar om het even, als de boekbouder of Tekstnetter maar met hedendaagse programmatuur werkt. Daarmee heb je direct zicht op je cijfers en kun je daar waar nodig bijsturen. Prehistorisch boekhouden, zo noemt Hogema het plakken, kopiëren en per post verzenden van bonnetjes naar de boekhouder, hoeft echt niet meer.
Het kan zoveel sneller en leuker met boekhouden in the cloud. Met een app kun je direct bij de HEMA je aankoopbon scannen en uploaden als pdf. Je moet daarvoor wel even routine ontwikkelen. Maar waarvoor niet? De boekhouder heeft alleen nog de taak de facturen te labelen. “Je kunt het gewoon de eerste drie kwartalen uitproberen,” stelt Hogema. “De boekhouder kan in het vierde kwartaal een en ander rechtzetten.”
Een boekhouder in de arm nemen is niet verplicht, maar de fiscus heeft wel een voorkeur voor loonbelastingformulieren die zijn voorzien van een boekhouderstempel.
Het aanbod van online boekhoudprogramma’s is legio. Ik zie door de bomen het bos niet meer, maar Hogema schept orde in de chaos. Davilex, Exact online, Twinfield en Snelstart zijn de dinosauriërs onder de boekhoudprogramma’s. Haar voorkeur gaat uit naar MoneyBird, MoneyMonk en Yuki. Ze zijn eenvoudig en toegankelijk. Hoe eenvoudig? Dat kom ik niet echt te weten, want voor een kijkje achter de schermen is kennelijk geen tijd. Ik moet Hogema op haar woord geloven. Beetje jammer, maar okay, dat doe ik. Opmerkzaamheid is wel geboden, deze aanbieders werken op basis van een abonnement (circa 20 euro/maand) en in sommige gevallen komt daarbovenop nog X cent per transactie.
Overweeg je over te stappen van boekhouder of van programmatuur: 1 januari van het eerstvolgende boekjaar is hét moment…
Verslag: Fenna ter Meulen
Workshop Infographics – Lex Linsen
Mensen willen minder lezen en meer plaatjes kijken. Slecht nieuws voor wie van woorden leeft. Of niet? Lex Linsen vertelt ons vandaag hoe wij als tekstschrijvers kunnen aansluiten op de beeldcultuur. Het goede nieuws: het overbrengen van informatie is ons vakgebied en daarvoor staan ons meer middelen ter beschikking dan tekst.
Infographics vinden steeds meer toepassingen. Elk zichzelf respecterend dagblad gebruikt ze, de Capitool-reisgidsen zijn er beroemd mee geworden en in digitale uitgaven zijn er interactieve versies van te vinden. Toch zijn infographics al in het ‘papieren tijdperk’ ontstaan, vertelt Linsen, die er zelf sinds eind jaren 80 mee bezig is.
Aan de hand van een paar voorbeelden laat hij zien dat de opbouw van een infographic voldoet aan (tekst)conventies en daarmee aan verwachtingen van de lezer. We onderscheiden een kop, een lead en alinea’s; we ‘lezen’ ze van links naar rechts en van boven naar beneden.
4xW en 2xH
Linsen, van oorsprong journalist, laat vervolgens zien hoe we de W’s en de H’s kunnen inzetten bij het bepalen van een geschikte basisvorm. Enkele voorbeelden:
- Wie -> profiel
- Wanneer -> tijdsbalk
- Waar -> kaart
- Wat -> pointers (denk aan de slagersplaat van de koe waarop de biefstuk staat aangeven)
- Hoeveel -> grafiek
- Hoe -> schema’s (organigram, beslisboom, procesweergave)
Samenspel
Zo weinig mogelijk tekst? Niet per se. Een goed samenspel van tekst en beeld zorgt voor de krachtigste infographics. Ter illustratie toont Linsen een argumentatieschema, waarin alle voors en tegens over onderwerp X keurig per thema zijn gerangschikt: veel tekst, maar zo gestructureerd en overzichtelijk aangeboden dat je het in een oogopslag overziet. De keuze voor de tekst-beeldverhouding hangt samen met de context, het onderwerp, de doelgroep en al die andere variabelen die tekstschrijvers dagelijks hanteren.
Op de dia’s komen allerlei – geslaagde en minder geslaagde – voorbeelden langs. Stuk voor stuk ‘beeldverhalen’, maar niet allemaal even begrijpelijk. Soms is de kernboodschap onvindbaar en verdwaalt je blik in een veelheid aan ogenschijnlijk ongeordende elementen; soms zie je meteen hoe het zit. Ze maken me duidelijk dat tekstschrijversvaardigheden heel goed passen bij infographics.
Zeven vaardigheden zijn ervoor nodig om een goede infographic te maken, zegt Linsen. Tekstschrijvers beschikken al gauw over drie, vier daarvan:
- strategisch denken (marketing/communicatie)
- schrijven
- testen
- visualiseren
- ontwerpen
- programmeren
- projectleiden
“Jullie zijn gewend om te denken in kernboodschappen en vaak ook om scharnierpunt te zijn tussen opdrachtgever en andere partijen”, besluit Linsen. En zo is het. Beeld is een vorm van taal, dus als tekstschrijvers kunnen we prima aansluiten bij de beeldcultuur.
Zo kregen AD-lezers in 2001 een beeld van de aanslagen op 11 september. Let op de ‘gelaagde’ informatie (hoofdonderwerp versus details) en de lees- en kijkrichting. De graphic bevat veel details, maar blijft desondanks overzichtelijk.
Leuk, alle feiten verwerken in een plaatje, heeft deze opdrachtgever wellicht gedacht, dat is aantrekkelijker dan een droge opsomming van getalletjes. Maar waar ligt de focus? Wat zou de lezer hiervan vinden?
Verslag: Marleen Kamminga
Workshop Laat woorden voor je werken – Jeanine Mies
Workshop Waanzinnige plannen – Marcel van Driel
Marcel van Driel (1967) is schrijver van kinderboeken en van de managementboeken Geen tijd, Geen geld, Toch doen en Waanzinnige Plannen!
Waanzinnig. Dat staat toch voor min of meer gek? Out of your mind? Zeker. Maar in de workshop van Marcel van Driel leren we dat een waanzinnig plan vooral staat voor een inspirerend maar o zo moeilijk plan. Er zijn veel hobbels te nemen. Anders was dat plan toch allang uitgevoerd?
Ooit of nooit?
En zo komen we op de ooitdromen en de nooitangsten. Ooit wil je iets, maar angst weerhoud je. En dus het gebeurt nooit. Wat volgt is een workshop met inzichten die je stappen laten zetten. Inzichten die Marcel door schade en schande kreeg. Want hij mag dan een succesvol kinderboekenschrijver zijn, ook hij had waanzinnige plannen die minder goed afliepen. Mislukte plannen? Nee, zo wil hij ze niet noemen: “Je leert enorm veel, bouwt een netwerk aan relaties op. Ook dat heeft waarde.”
Kom maar op met die inzichten
Marcel vertelt boeiend. Hoe hij de markt verkeerd inschatte begin jaren 90 en zo het schip in ging met een CD ROM winkel. Hoe de organisatie van een filmmarathon dreigde te mislukken, door een theaterreus die zijn plan over wilde nemen.
Marcel: “Ik leerde: waanzinnige plannen gaan niet over jou. Je moet groter denken. Er gebeuren dingen buiten jou om. Blijf altijd integer, kom je afspraken na en stel je plan bij. Ook als je waanzinnige plan daardoor anders uitpakt.”
Je kunt het!
Natuurlijk is wat zelfreflectie belangrijk. Marcel haalt het imposter syndroom aan, wat vooral bij vrouwen herkenning oplevert: onnodige onzekerheid. “Ken je één baby of peuter die na tig keer vallen dacht: laat ook maar. Ik leer dat lopen toch nooit. Nou dan! Het zijn anderen die je aanpraten dat je sommige dingen niet kunt. De angst om te falen houd je tegen. Je affirmeert ‘ik kan het niet’, maar draai die affirmatie om naar ‘dit gaat me lukken’ en doe het gewoon.”
Hoe begin ik dan?
De titel van één van de boeken van Marcel is veelzeggend: Geen geld. Geen tijd. Toch doen. Marcel: “Toch doen begint met iedere dag een half uur aan je plan te werken. Ook al werk je tot middernacht en ben je moe, je gaat dat halve uur nog aan de slag!”
Nog een bruikbare tip: visualiseer je waanzinnige droom.
En begin dan eens bij het einde, hoe je gerealiseerde plan er uiteindelijk uitziet. Net als bij ‘reverse engineering’, een begrip uit de IT, ga je terugkijken wat er nodig was om tot het einddoel te komen. Wie Mythbusters op Discovery Channel kent, moet dat bekend voorkomen!
En wat als ik het even niet meer zie zitten?
Marcel vertelt: “We kennen allemaal de mensen die jouw plannen kansloos vinden. Luister geduldig en reageer met een vriendelijk dank je wel. Ga niet in discussie en luister alleen naar zinvolle tips. Ook pleit Marcel voor het reguleren van de inner critical voice. Het stemmetje dat chagrijnig commentaar geeft terwijl je net lekker bezig bent. Natuurlijk heb je die stem af en toe nodig, maar NU EVEN NIET roepen mag af en toe best.
Volg eens een keer niet je gevoel!
Die opmerking valt niet altijd goed. Maar Marcel bedoelt ermee je gevoel te negeren als je je bijvoorbeeld nog een keer lekker om wilt draaien. Kom je bed uit en ga aan de slag! En verder:
- Stuur je waanzinnige plan regelmatig bij.
- Leer nee zeggen, als je aan je plan werkt. Keuzes maken.
- Maak een ‘moeilijke momenten’ plan. Zo weet je nu al wat je moet doen als het moeilijke moment er echt een keer is.
- Stop nooit!
- Stop! Als iets echt niet mogelijk blijkt.
- Tot slot, wees als een paardenbloem. Niet alle zaadjes komen goed terecht, maar sommige landen in verrassend vruchtbare bodem.
Oh ja, en als afsluiter het hart onder de riem van Marcel:
Mislukt er onverhoopt een waanzinnig plan? Onthoud dan dat je plan mislukt en niet jij! (En met een knipoog naar de mannen onder ons: slaagt een plan, dan wil dat niet automatisch zeggen dat jij geslaagd bent.)
Verslag: Wilma van Rooijen, visueel verslag: Cathalijne van Oort
Workshop Boost je business met LinkedIn – Masja Slootweg
Het zakelijk netwerkplatform LinkedIn ontwikkelt zich steeds meer in de richting van kennisplatform. Het is een prachtige kans voor de zzp’er om zijn expertise over het voetlicht te brengen. Zonder overbodige humbug maakt LinkedIn-expert Masja Slootweg ons wegwijs in het doolhof van LinkedIn.
Zitten je klanten niet op LinkedIn? Toch is het verstandig een goed profiel aan te maken, stelt Slootweg. Deze is niet alleen van belang voor je zichtbaarheid, maar ook voor je vindbaarheid in zoekmachines als Google.
Terwijl ze in sneltreinvaart alle mogelijkheden van LinkedIn probeert te ontsluiten, weten we al snel: de tijd is te kort om in deze workshop alle mogelijkheden van dit sociaal medium te laten passeren. De workshop blijft om die reden beperkt tot de PC en laat de mobiel buiten beschouwing.
Het is vooral een praktische workshop en daarom in het kort de belangrijkste ondernemerstips:
- Maak je profiel in de taal van je doelgroep. Klik op de foto rechtsboven in beeld en scrol naar ‘taal wijzigen’.
- Maak gebruik van je salespitch. Onder je profielfoto en naam vertel je wie je bent, wat je doet, voor wie en met welk resultaat. En dat in circa 125 karakters.
- Gebruik de tool Samenvatting voor een uitgebreidere beschrijving van je salespitch. Verwerk in deze boodschap je zoekwoorden. En vergeet niet onderaan je telefoonnummer te zetten, want niet-relaties kunnen wel jouw samenvatting zien en waarop je bereikbaar bent.
- Gebruik je foto en boodschap met dezelfde of vergelijkbare (zoek)woorden op je website, Facebook, Twitter, jaarverslag etc. voor een eenduidig en betrouwbaar beeld. Vergeet niet: vaardigheden ‘werken’ ook voor je.
- Op zoek naar nieuwe relatie? Zorg altijd voor een persoonlijke uitnodiging. Klik daarom niet op ‘Connect’, maar op de profielfoto of de naam van degene die je wilt uitnodigen en nodig dan pas met een persoonlijke noot uit.
- Als een persoon nog geen relatie is, klik dan op ‘We have done business together’, ook al is het niet zo. De (potentiële) relatie krijgt dit niet te zien.
- Nodig relaties uit met het verzoek of ze je willen aanbevelen (in het Engels: endorse). Ook dat is goed voor je zichtbaarheid en vindbaarheid.
- Neem deel aan groepen, dat vergroot het aantal bezoeken
- Deel je blogs via een update, reageer op updates. Nb. Updates vervallen na circa anderhalve maand, zet dingen die je wilt bewaren op een andere plek.
- Geef tips (wat vindt jouw ideale klant moeilijk)
- Ga niet in op LinkedIn Premium; dat voegt niks toe.
Wat is een goede aanbeveling?
Er is vast nog veel meer uit LinkedIn te halen, maar zoals hierboven al geschreven: “tijd tekort” en ook mijn pen kon het allemaal niet bijbenen… Tot slot een hulpmiddel om een goede aanbeveling te schrijven of te ontvangen:
Een goede aanbeveling schrijven is niet eenvoudig. Je doet jezelf een groot plezier door je ‘aanbeveler’ het antwoord te laten formuleren op de volgende vragen:
1, hoe was de situatie vóór hulp of advies
2. Wat was de opdracht of inbreng van degene die aanbeveelt?
3. Wat is de situatie nu?
Meer weten? Masja Slootweg biedt via www.linkedinvoorondernemers.nl gratis de videoserie ‘5 LinkedIn geheimen’ aan.
Verslag: Fenna ter Meulen, visueel verslag: Cathalijne van Oort
Workshop Tekstschrijvers verdienen meer! – Sasja Nicolaï
Maar vragen of krijgen ze dat ook? Het thema van de eerste workshop van Sasja Nicolaï waar een 20-tal Tekstnetters bij aanschuiven.
Omzet en geld blijken nog vaak taboe. We hebben het liever over wat we doen, waarom en hoe leuk de projecten zijn waaraan we werken. “Maar”, zo zegt Sasja heel terecht, “geldzorgen hebben een grote impact op ons leven”.
Sasja Nicolaï heeft ruim 20 jaar ervaring als tekstschrijver en coacht nu ondernemers op weg naar zichtbaarheid. Op www.schrijfjerijk.nl lees je: “Ook ondernemers die heel goed zijn in hun vak verdienen vaak niet genoeg. Of je nu starter bent of heel ervaren: met je teksten kun je klanten trekken . De klanten die jij wilt.” Dat geldt natuurlijk ook voor ons, tekstschrijvers.
“Hoe kom ik aan meer klanten? Hoe zorg ik dat ik genoeg verdien?”, zijn de steeds terugkerende vragen van haar opdrachtgevers en herkenbaar voor de deelnemers. Volgens Sasja is het goed om te weten dat te weinig verdienen niet alleen slecht is voor jezelf maar ook voor de beroepsgroep. Teksten zijn onmisbaar voor onze opdrachtgevers omdat ze klanten kunnen overtuigen en binden of omdat medewerkers trots zijn op het bedrijf waarvoor ze werken. En daar mag je een reële beloning voor vragen. Hoe doe je dat?
De tips van Sasja
We gaan plenair en in kleinere groepjes aan de slag met vragen gericht op de 3 tips die Sasja met ons deelt. Samengevat:
- Kies een niche en word expert
Succesvolle tekstschrijvers werken niet alleen hard maar specialiseren zich ook. Die specialisatie of niche kun je kiezen op basis van een thema, een medium of het type opdracht. Vraag jezelf af: waar ben ik goed in en wat doe ik graag? Het antwoord wijst je de weg. Voorbeelden uit de schrijfpraktijk zijn: Annet Scheringa met Storytelling en Aartjan van Erkel met Online verleiden.
Een paar voordelen op een rij:
- Je houdt je kennis makkelijker up-to-date
- Je doet meer werk in minder tijd
- Je kunt hogere prijzen vragen (minder concurrentie en mensen komen naar jou toe als expert)
- Je kunt een eigen product ontwikkelen.
Extra tip:
Kies een naam die bij je specialisme past. Schrijf je rijk © van Sasja zelf is hier een mooi voorbeeld van. Het is meteen duidelijk wat je kunt verwachten.
- Een projectprijs versus een uur- of woordtarief
In de praktijk werkt een projectprijs beter dan een uur- of woordtarief. Het is vooraf duidelijk wat je levert en hoeveel het kost. Je houdt zelf de controle over de inspanning die je levert, gericht op het afgesproken eindresultaat. Zonder geneuzel over uurtarieven en aantal uren.
Dit vraagt wel wat oefening en uiteraard ook goed overleg met de opdrachtgever over wat wel en niet in het project opgenomen is: hoeveel correctierondes, hoeveel afspraken op locatie, enz.
Uiteindelijk levert het meer rust op.
Extra tip:
Onderhandelen hoort nu eenmaal bij het ondernemersspel. Laat je niet te snel verleiden tot het geven van korting maar sleutel eerder aan de onderdelen van de opdracht.
- Last but not least: word zichtbaar
Wil je opdrachten binnenhalen dan is het van cruciaal belang dat je zichtbaar bent: wie ben je, wat doe en hoe werk je. Laat het zien op je website, in een blog, op Facebook en LinkedIn. Als je doelgroep je weet te vinden en een duidelijk beeld heeft van jou en je expertise, dan worden je kansen op het bereiken van jouw ideale klanten alleen maar groter.
Wat ga je morgen anders doen?
Tenslotte vraagt Sasja ons na te denken over wat we uit deze workshop meenemen en wat we vanaf “morgen” anders gaan doen. Erg leuk om de ideeën die bij collega Tekstnetters opborrelen met elkaar te delen. De ene denkt na over een naam die past bij de expertise die zij voor ogen heeft. De ander gaat aan de slag met een projectprijs. De volgende heeft het over het helder krijgen van de focus op thema, medium of vorm.
Kortom, een zinvol uurtje met veel stof tot nadenken en vooral ook motivatie om te DOEN.
Verslag: Ingrid Peeters
Workshop Onderhandelen doe je zó – Peter Schneijder
Ik ben een slecht onderhandelaar. In een gesprek met een klant over tarieven, breekt het zweet mij steevast uit. Ik weet wat mijn waarde is, maar hoe vertel ik dat mijn opdrachtgever? Peter Schneijder gaf hiervoor een aantal praktische tips tijdens de workshop. Gelukkig ben ik niet de enige die het gesprek over tarieven liever uit de weg gaat. Er was veel belangstelling voor deze workshop, zowel van vrouwen als mannen. Peter nam ons gelijk mee de diepte in en liet zien hoe op een effectieve manier meer uit gesprekken met klanten te halen. Daarbij hield hij ons voortdurend een spiegel voor en liet hij ons tijdens de workshop al peentjes zweten.
Wat ben je waard?
Voordat je aan een gesprek begint, moet je jezelf goed voorbereiden. Wat maakt jou zo bijzonder voor je opdrachtgever? Waarom ben jij niet zomaar in te ruilen voor tien anderen? Ken je unique selling point en wees je daarvan bewust, benadrukte hij. Onderhandelen met je klant begint met onderhandelen met jezelf. Weet wat je waard bent!
Niet voetballen op eigen helft
Peter leerde ons bij onderhandelingen altijd te voetballen op de helft van de ander. Nou, dat voorbeeld sprak mij als sportliefhebber wel aan. Maar hoe doe je dat? Zeker als je van nature een verdediger bent? Blijf bij je tarief, adviseerde hij. Laat je klant je weten graag met je verder te willen maar voor een lager uurtarief, ga dan niet gelijk overstag. Gun jezelf pauzes bij het onderhandelen. Laat stiltes vallen. Zet geen komma, maar een punt. Zeg dat je erop terugkomt. Bouw een beetje spanning op. Het werkt. Je klant is ook maar een mens.
‘Ik stop ermee!’
Peter Schneider tipte ons verder gebruik te maken van het communicatiemodel inhoud-procedure-proces-relatie. Blijf je op de inhoud hangen, ga dan over op de volgende stappen. Als de klant toch niet van plan is in tarief te stijgen, dan heeft het geen zin om daarover te blijven doorpraten. Heb wel een BAZO achter de hand: Beste Alternatief Zonder Overeenkomst. Gooi niet direct de kont tegen de krib als je er niet uitkomt. Een zin als: ‘Ik overweeg met deze klus te stoppen als jullie niet over een hoger tarief willen praten’, zet meer zoden aan de dijk als een: ‘Nou, dan stop ik ermee!’.
Vriendelijk? Duidelijk!
Of ik na deze workshop in staat ben succesvol te onderhandelen? Dat durf ik nog niet te zeggen. Maar met de tips van Schneider in het achterhoofd moet het mij lukken sterker in mijn schoenen te staan en mij vast te houden aan mijn uurtarief. Door open en vriendelijk, maar vooral duidelijk te zijn. Punt!
Verslag: Annemarie Gerbrandy
Workshop Niemand leest, dus doe je best – Dimitri Lambermont
‘We schrijven voor een publiek dat niet meer bestaat.’: de meest memorabele quote van Dimitri Lambermonts workshop over online copywriting. Misschien zelfs wel de meest memorabele quote van heel Tekstnetwerken.
Want a) de lezer die alles leest, is allang verdwenen. En b) ook de desktop-lezer sterft uit. We gebruiken steeds meer onze smartphone…waarop lezen nog lastiger is ook.
Desondanks schrijven we lappen webteksten alsof we verwachten dat iemand die gaat lezen. En dan ook nog eens met te lange zinnen, te veel jargon, te weinig witregels, etc.
En dus liet Dimitri ons direct zweten:
- Maak een duidelijke meta-tekst die mensen laat klikken.
- Bedenk een pakkende titel die mensen laat blijven.
- Schrijf een goede eerste zin die mensen de tweede zin doen lezen.
Want dat was uiteindelijk de geruststellende boodschap: doe je best, en je verleid je doelgroep om ondanks alles tóch te gaan lezen.
Dimitri bracht zijn verhaal overtuigend. Met prikkelende beelden en de nodige dosis droge humor. Dat maakte dat zijn workshop geen lange zit was.
Integendeel: het was zijn schuld dat we de afsluiter van Tekstnetwerken misten, hij liep flink uit. En volgens mij vond niemand dat erg.
Verslag: Arjan Jonker, visueel verslag: Cathalijne van Oort
Iedereen kan schrijfschetsen – Inge de Fluiter
‘Schrijftolk’ noemt ze zichzelf en ze draagt een timmermanstasje op de heupen. Alleen zitten er geen hamer en schroevendraaier in, maar stiften en pennen in allerlei kleuren en maten. Om tekst snel te kunnen vertalen in beeld. ‘Iedereen kan schrijfschetsen,’ was de titel van de workshop van Inge de Fluiter, en ze kreeg gelijk: wij konden het allemaal.
‘Iedereen kan het, maar niet iedereen durft het. Er is creatieve moed voor nodig.’ Of we die moed hadden, konden we meteen uittesten. ‘Gewoon lijnen zetten, voel hoe dat is, hoe die lijnen uit jouw lijf komen.’
Maar waarom zou je het willen? Waarom zou je willen tekenen in plaats van schrijven? Of tekenen combineren met schrijven? Daar zijn verschillende redenen voor: door de combinatie van tekst en beeld gebruik je beide hersenhelften, je communiceert daardoor effectiever. Beeld vergroot de emotionele betrokkenheid van de lezer/kijker. Met tekst spreek je denkers aan, met beeld meer doeners. Dus je bereik wordt groter. En tekenen is fijn om te doen, lekker met je handen ambachtelijk bezig zijn. Het is gewoon leuk.
Hoe zet je schetsen nu zakelijk in? Bijvoorbeeld door op een flipover eens geen tekst te zetten, maar tekeningetjes. Door de tekst op je website af te wisselen met een filmpje gemaakt van losse tekeningen op briefjes. Of een pay off in mooie toepasselijke letters, ook dat is beeld gebruiken. In een brainstormsessie kun je alle ideeën op een groot vel tekenen. Een verslag van een vergadering in schetsen is zo gemaakt: luisteren en tekenen gaan heel goed samen, denk maar eens aan het bekende droedelen.
Hoewel je bij droedelen meestal aan vrij tekenen denkt, is schrijfschetsen wel aan regels gebonden:
- het hoeft niet mooi te zijn, als het maar functioneel en aansprekend is.
- pak de essentie, laat details weg, teken iconen.
- getekende tekst is ook beeld.
- kijk kijk kijk.
- elk medium kan.
Tussendoor zijn we lekker bezig met korte opdrachtjes: schrijfschets je grootste valkuil, teken je buurvrouw zonder op het papier te kijken, teken je laatste project in ikonen, hoe teken je een banner, mensfiguren, gezichten, emoties, 2- en 3-dimensionale vormen en letters. We sluiten af met onze eigen missie in tekst.
Er gaat een wereld voor mij open – ik teken echt nooit – en de workshop vliegt om. Dit is leuk, dit smaakt naar meer, dit wil ik zeker gaan inzetten, om te beginnen op mijn eigen website!!
Verslag: Ria de Jong
[…] de praktische inhoud van de training heeft Annemarie Gerbrandy al een helder verslag geschreven. Voor dit verslag heb ik mijn eigen leerpunten als rode draad […]