Spring eens op de fiets!
De knoop is doorgehakt: je wordt tekstschrijver. Maar dat ben je natuurlijk pas echt als je opdrachten uitvoert. Hoe kom je daaraan? Dit is een verhaal over acquisitie, waarin ik verslag doe van mijn eerste schreden op het tekstschrijverspad. We schrijven maart 2001, kort na mijn inschrijving bij de Kamer van Koophandel als zelfstandig tekstschrijver. De zoektocht naar opdrachtgevers kan beginnen.
Acquisitie plegen is me niet onbekend. Jarenlang heb ik gewerkt als zelfstandig vertaler Engels-Nederlands, en ik ben niet bang meer om de telefoon te pakken en uitgevers te bellen om klussen los te peuteren. Dé methode in die branche. In die tijd tenminste. Maar om bij de eerste uitgeverij binnen te komen had ik een kruiwagen en daarom kon ik bij de volgende die ik benaderde roepen dat ik ervaring had. Dat ligt anders nu ik ga tekstschrijven: ik kan weinig laten zien. Alleen het diploma van een communicatieopleiding brengt je niet ver, is mijn idee. En mailtjes sturen aan potentiële klanten blijkt niks op te leveren. Ik moet iets bedenken. Iets wat niemand anders doet.
Zo komt het dat ik me op een zonnige lentedag in mijn goeie goed hijs en op de fiets spring, gewapend met een lijst van communicatiebureaus en vormgevers in de buurt. In mijn tas zit de dummy van de brochure die ik tijdens mijn opleiding heb gemaakt, een magazine waaraan ik gratis heb meegewerkt (over gratis schrijven: zie elders in deze gids) en een stapel geprinte visitekaartjes die ik voor nop via een website heb gecreëerd. Ze zijn niet eens zo heel slecht.
Dertig trappenhuizen
Met toch wel wat bibberende knietjes zet ik bij het eerste adres mijn fiets tegen de muur en bel aan. Mijn introductie heb ik zorgvuldig voorbereid: ‘Goedemorgen, ik heb me pas als tekstschrijver ingeschreven bij de KvK. Is er bij uw bureau wel eens behoefte aan iemand die teksten maakt?’
Ik word uiterst vriendelijk te woord gestaan, maar aan een tekstschrijver heeft men geen behoefte. De aardige ontvangst geeft me moed, dus ik vervolg opgewekt mijn weg. Aan het einde van de dag heb ik wel dertig Haagse trappenhuizen, gangen, spreekkamers en studio’s van binnen gezien. En op één mevrouw na heeft iedereen me allerhartelijkst bejegend. Deze tocht levert me geen directe klussen op, maar wel boeiende contacten, zoals een erg leuke vormgeefster met wie ik afspreek dat ze mijn huisstijl ontwerpt. Een aantal mensen die ik heb bezocht, hebben me beloofd te bellen als er iemand nodig is. Afwachten dus. Intussen informeer ik mijn omgeving over mijn verlegde werkterrein (op termijn zeer lucratief), blijf ik gespitst op klussen via internet (redelijk lucratief) en schrijf ik me online in bij redactiebureaus (totaal niet lucratief). En neem ik toch maar weer een paar vertaalklussen aan.
Komen praten
Alle kaartjes heb ik inmiddels weggeven en ik denk: nu pak ik het meteen professioneel aan. De vormgeefster heeft een prachtig logo ontworpen, waarmee ik naar de drukker fiets voor vijf doosjes kaartjes en een pak briefpapier. Helemaal echt. Mijn vormgeefster krijgt het eerste exemplaar. En na een soort sollicitatieprocedure sleep ik mijn eerste terugkerende opdracht binnen: teksten maken voor een personeelsblad. Heerlijk vind ik het.
Dan gaat de telefoon: de vormgeefster. Of ik wil komen praten. Ze blijkt niet alleen freelance vormgeefster te zijn, maar ook parttime adjunct-directeur bij een bedrijf, en ik heb zo’n prettige indruk op haar gemaakt dat ze me willen inzetten voor teksten. Sodeju! Tot op de dag van vandaag schrijf ik voor dat bedrijf.
Een jaar en al aardig wat tekstopdrachten later gaat opnieuw de telefoon. Dit keer een communicatiebureau waar ik ook mijn fiets tegen de muur had geparkeerd. Of ik wil komen praten. Ze hebben een vacature en willen graag dat ik die invul, want ze hebben ervaren hoe ik me presenteer en durven me wel naar opdrachtgevers te sturen. Kanonnen! Ik zeg ja.
Uiteindelijk loopt het allemaal anders, want als ik vooruitlopend op het dienstverband alvast freelance daar op kantoor aan de slag ga, krijg ik het Spaans benauwd. Wég vrijheid. Op zaterdagavond doorwerken en dinsdag naar de markt? In mijn joggingbroek achter de computer? Telefonische interviews doen zonder dat er iemand meeluistert? Allemaal afgelopen. Op kantoor zitten gaat me slecht af. Dus voer ik opnieuw een gesprek, deze keer om te zeggen dat ik zelfstandig wil blijven. Ze werken liever niet met freelancers, dus dat betekent het afscheid van dit bureau, maar het blijkt de juiste beslissing. Mijn zelfvertrouwen is er in elk geval niet op achteruitgegaan.
Oneven aantal
We zijn nu veertien jaar en talloze opdrachtgevers verder. Mijn tocht heeft me een aardige start gegeven. Wat ik van die actie heb geleerd, wil ik wel even samenvatten:
- Verras jezelf.
- Wees niet bang voor afwijzing.
- Hou vol.
- Verwacht niet ogenblikkelijk resultaat.
- Het allerbelangrijkste: koester de klanten die in je geloven. En omdat iedereen zegt dat je altijd een oneven aantal tips moet geven:
- Spring eens op de fiets.
Dit is een bijdrage van Ellen Segeren uit de Gids voor tekstschrijvers van Tekstnet.