Ons werk is nog nooit zo leuk geweest! Dolf Weverink meent het. Bedrijven en organisaties bieden content (een term waarover het laatste woord nog niet gesproken is) via allerlei media aan. Al die brokjes informatie moeten elkaar aanvullen en versterken, en de lijst beroepen van iedereen die zich daarmee bezighoudt vult drie slides van Dolfs powerpoint-presentatie. En bij vrijwel al die content komt tekst kijken.
Werk samen!
Volop ruimte dus voor bevlogen tekstschrijvers, mits ze samenwerken. Met content creators en filmmakers, met bloggers, vloggers, SEO-specialsten, app-ontwerpers en customer journey architects – om er maar een paar te noemen. Crossmediaal is teamwork. “Investeer in elkaar”, bepleit Dolf. “Maak kennis, leer van elkaar, werk samen. Schakel elkaar in. Daar wordt iedereen beter van.”
Wij maken content uit enthousiasme
Waarom al die content? Dolf toont een rijtje motivaties van bedrijven. Die willen naamsbekendheid, leads, klanten. En autoriteit benadrukken, thought leadership, engagement.
Een rondje onder de aanwezigen leert dat wij daar anders over denken. Wij zijn enthousiast over ons ambacht, we zijn bevlogen verhalenvertellers en effectveroorzakers, we krijgen energie van een creatieve invalshoek en professionele uitwerking – en het brengt geld in het laatje, ook dat natuurlijk.
Zie je onderwerp als personage
Met dat enthousiasme gaan we onder Dolfs leiding aan de slag met twee ingebrachte praktijkvraagstukken. Hij daagt ons uit om onze onderwerpen te beschouwen als personages, en ons te verdiepen in hun voorkeuren, karaktereigenschappen, relaties en interesses. Deze character content-benadering zorgt ervoor dat je vervolgens in alle media die je kiest, in elke mogelijke vorm, consistent kunt communiceren.
We krijgen een crossmediaal schema waarin media en middelen overzichtelijk zijn weergegeven, als hulpmiddel bij het bepalen van een contentstrategie.
Maar eerst de basis:
- kernboodschap (50 tekens)
- lead/intro (155 tekens)
- tweet (140 tekens)
- doelgroep
- volgorde en timing
- wie is verantwoordelijk?
Praktijkcase: een kloteziekte
Met die bagage, en een blanco A3-vel (expres níet gelinieerd!), mogen we los op de oefencases. In tweetallen buigen we ons eerst over een vraag van de Stichting Zaadbalkanker, die jonge mannen wil motiveren om hun ballen regelmatig te onderzoeken om deze ziekte tijdig op te sporen.
Een half uur later presenteren de teams hun crossmediale strategie aan de inbrenger. Dat levert teksten op, maar vooral creatieve invalshoeken en ideeën: voetballers als rolmodel, die in een muurtje hun kruis niet beschermen maar onderzoeken, om er maar eentje te noemen. We zijn duidelijk vertrokken vanuit de inhoud, niet vanuit tekst alleen.
Praktijkcase: naamsverandering
De tweede oefencase is die van een multinational die zijn Nederlandse tak heeft omgedoopt naar de internationale naam, en nu een interne en externe imagocampagne wil voeren. De case is een stuk zakelijker en er zijn meer vaste randvoorwaarden dan bij de eerste, maar ook hier komt de creativiteit los. De inbrenger gaat naar huis met een flink aantal ideeën voor de opdrachtgever. Daar kan straks een heel team mee aan de slag voor een prachtige crossmediale campagne!
Tijd voor een nieuwe naam?
We hebben een middag lang content gemaakt. Er staan nauwelijks woorden op papier, maar we weten voor beide cases allemaal: met de basis die er ligt, komt het met die teksten ook wel goed. Moet Tekstnet nog wel Tekstnet heten? Of is het tijd voor Contentnet?
Verslag: Paula Brummelkamp
Foto’s: Dolf Weverink